Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
9 september, 2021
Donderdag in de 12e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 183 (II Cor 7 : 1b-10a)
Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van vlees en geest, en de heiligheid volbrengen in de vreze Gods. Geef ons plaats in uw hart. Wij hebben niemand onrecht aangedaan, wij hebben niemand te gronde gericht, wij hebben niemand uitgebuit. Niet om u te veroordelen zeg ik dit, want ik heb al eerder gezegd dat u ons zo na aan het hart ligt, dat wij samen met u zouden willen sterven en leven. Ik heb veel vrijmoedigheid tegenover u, ik heb veel te roemen over u. Ik ben vol van vertroosting en word overweldigd door vreugde in al onze verdrukking. Want ook toen wij in Macedonië gekomen waren, heeft ons vlees geen rust gehad, van alle kanten belaagd: van buitenaf waren er conflicten, van binnenuit vrees. Maar God, Die de nederigen troost, heeft ons getroost door de komst van Titus. Niet alleen door zijn komst, maar ook door de troost waarmee hij bij u getroost werd. Hij deed ons namelijk verslag van uw verlangen, uw treuren en uw ijver voor mij, en zo werd ik des te meer verblijd. Want al heb ik u in de brief verdriet gedaan, ik heb er toch geen spijt van, hoewel ik er wel spijt van gehad heb: want ik zie dat die brief, ook al is het voor een korte tijd, u bedroefd heeft. Nu verblijd ik mij, niet omdat gij bedroefd zijt geweest, maar omdat gij bedroefd zijt geweest tot inkeer. Want gij zijt bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat gij in geen enkel opzicht door ons schade hebt geleden. Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt tot heilzame inkeer, waar men geen spijt van krijgt.
EVANGELIE
Mc pericoop 5 (Mc 1 : 29-35)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd ging Jezus met Jakobus en Johannes naar het huis van Simon en Andreas. De schoonmoeder van Simon lag met koorts op bed, en meteen spraken zij met Hem over haar. En Hij ging naar haar toe, pakte haar bij de hand en richtte haar op, en meteen verliet de koorts haar; en zij bediende hen. Toen het nu avond geworden was en de zon was ondergegaan, brachten zij allen bij Hem die er slecht aan toe waren en hen die door demonen bezeten waren. En heel de stad was voor de deur samengestroomd. En Hij genas er velen die door allerlei ziekten er slecht aan toe waren, en Hij dreef veel demonen uit. En Hij stond de demonen niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was. En ‘s morgens vroeg, nog diep in de nacht, stond Hij op, ging naar buiten en begaf Zich naar een eenzame plaats, en bad daar.