Vrijdag in de 12e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 184 (II Cor 7 : 10-16)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt tot heilzame inkeer, waar men geen spijt van krijgt, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. Want zie, juist dit, dat gij overeenkomstig de wil van God bedroefd zijt geworden, wat een grote toewijding heeft dat in u teweeggebracht! Ja, wat een verdediging, wat een verontwaardiging, wat een vrees, wat een verlangen, wat een ijver, ja, wat een bestraffing! In alles hebt gij bewezen zelf rein te zijn in deze zaak. Hoewel ik u dus geschreven heb, was dat niet om hem die onrecht gedaan had, en ook niet om hem die onrecht was aangedaan, maar opdat uw toewijding voor ons zou blijken bij u voor Gods aangezicht. Daarom zijn wij getroost. En door uw vertroosting zij wij des te meer verblijd over de vreugde van Titus, omdat zijn geest door u allen is verkwikt. Want als ik in enig opzicht bij hem over u geroemd heb, dan ben ik niet beschaamd geworden. Integendeel, zoals ik de waarheid sprak in alles wat ik tegen u heb gezegd, zo sprak ik ook de waarheid in ons roemen tegenover Titus. En zijn innige gevoelens voor u zijn des te overvloediger, als hij zich de gehoorzaamheid van u allen herinnert, hoe gij hem met vrees en beven hebt ontvangen. Het verheugt me dat ik in alles op u kan vertrouwen.

EVANGELIE

Mc pericoop 9 (Mc 2 : 18-22)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,

In die tijd vastten de leerlingen van Johannes en van de Farizeeën; en er kwamen mensen naar Jezus toe en zeiden tegen Hem: ‘Waarom vasten de leerlingen van Johannes en van de Farizeeën wel, en waarom vasten Uw leerlingen niet?’ En Jezus zei tegen hen: ‘Kunnen de bruiloftsgasten soms vasten, terwijl de bruidegom bij hen is? Zolang zij de bruidegom bij zich hebben, kunnen zij niet vasten. Maar er zullen dagen komen, dat de bruidegom van hen weggenomen zal worden; en dan, in die dagen, zullen zij vasten. Niemand naait een lap niet-gekrompen stof op een oude mantel, anders scheurt de nieuwe opgezette lap van de oude stof af, en de scheur wordt erger. Ook doet niemand jonge wijn in oude leren zakken; anders doet de jonge wijn de zakken barsten, en loopt de wijn eruit en gaan de zakken verloren. Nee, jonge wijn moet men in nieuwe zakken gieten.’