Vrijdag in de 9e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 157 (I Cor 14 : 26-40)

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, wanneer gij samenkomt, heeft ieder van u wel een psalm, of een onderricht, of een taal, of een openbaring, of een vertolking. Laat alles gebeuren tot opbouw. En als iemand in een taal spreekt, laat het dan door twee of hoogstens drie mensen gedaan worden, ieder op zijn beurt, en laat één het vertolken. Maar als er geen vertolker is, laat hij dan in de kerk zwijgen, en laat hij tot zichzelf spreken en tot God. En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. En als aan een ander die daar zit, iets geopenbaard wordt, laat dan de eerste zwijgen. Want gij kunt allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden. En de geesten van de profeten zijn aan de profeten zelf onderworpen. Want God is geen God van wanorde, maar van vrede. Zoals in alle kerken van de heiligen, laten uw vrouwen in de kerken zwijgen. Het is hun namelijk niet toegestaan te spreken, maar bevolen ondergeschikt te zijn, zoals ook de wet zegt. Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis aan hun man vragen. Het is immers schandelijk voor vrouwen om in de kerk te spreken. Is het Woord van God soms van ú uitgegaan? Of heeft het alleen ú bereikt? Als iemand denkt dat hij een profeet is of een geestelijk mens, laat hij dan erkennen dat wat ik u schrijf geboden van de Heer zijn. Erkent hij dat niet, dan wordt hij zelf niet erkend. Kortom, broeders, streef ernaar om te profeteren, en verhinder het spreken in talen niet. Laat alles op gepaste wijze en in goede orde gebeuren.

EVANGELIE

Mt pericoop 83-b (Mt 21 : 12-14, 17-20)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

In die tijd ging Jezus de tempel van God binnen en dreef allen die in de tempel verkochten en kochten naar buiten, en Hij gooide de tafels van de wisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver. En Hij zei tegen hen: Er staat geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt. En er kwamen blinden en kreupelen naar Hem toe in de tempel en Hij genas hen. En Hij verliet de tempel en ging de stad uit naar Bethanië en overnachtte daar. Toen Hij ‘s morgens vroeg naar de stad terugkeerde, kreeg Hij honger. En toen Hij aan de kant van de weg één enkele vijgenboom zag staan, ging Hij ernaartoe en vond er alleen maar bladeren aan. En Hij zei tegen de boom: ‘Nooit zul je meer vrucht dragen in eeuwigheid.’ En onmiddellijk verdorde de vijgenboom. Toen de leerlingen dat zagen, verwonderden zij zich en zeiden: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling is verdord?’