Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
9 september, 2021
Gedachtenis van de 200 Vaders van het 3e oecumenische Concilie van Efese, gehouden in 431, onder voorzitterschap van de heilige Kyrillos van Alexandrië, die een belangrijk aandeel heeft gehad in de resultaten van deze synode, en tijdens het bewind van keizer Theodosios de Jongere. Daar werd de ketterij van Nestorios verworpen die de Maagd Maria slechts de moeder van Christus wilde noemen, en niet de Moeder Gods. Het Concilie leerde daar tegenin dat in Christus de goddelijke zowel als de menselijke natuur tot één Persoon verenigd waren vanaf het eerste moment van de Menswording, zodat Christus moeder in waarheid Moeder Gods mag heten.
De gerechte Grootouders des Heren, de heilige Joachim en Anna, de ouders van de heilige Moeder Gods. Hun namen zijn slechts bekend uit de apocriefe evangeliën die verhalen hoe zij, hoogbejaard en kinderloos, op het woord van een Engel, een kind zouden krijgen. Vol vreugde beloofden zij dit geheel te wijden aan de Dienst des Heren.
De heilige Theofanes de Belijder, kluizenaar, eind 3e eeuw. Hij was geboren uit heidense ouders, maar had, waarschijnlijk door zijn voedster, als kind Christus leren kennen en liefhebben. Toen hij eens in de winter een kleine jongen zag, bibberend van de kou en bijna zonder kleren, trok hij zijn eigen warme kleding uit om die aan de ander te geven. Thuis vroeg zijn vader hem verbaasd wat hij met zijn kleren gedaan had, en zijn zoontje antwoordde: “Die heb ik aan de kleine Christus gegeven”. Hij vond bij zijn ouders waarschijnlijk niet veel begrip voor deze houding, en later liep hij van huis weg en vond onderdak bij een kluizenaar die op de Diabenumberg in een spelonk woonde. Verschillende malen werd hij daaruit gehaald wanneer er weer een vervolging woedde, maar in die afgelegen streken ging het blijkbaar minder fanatiek toe. Theofanes werd heftig gefolterd, maar de keizer kreeg respect voor de moed waarmee hij de kwellingen doorstond, en hij werd daarna weer losgelaten. Hij sleepte zich weer naar zijn grot, waar hij nog 17 jaar in zijn ascese volhardde. Tenslotte is hij gestorven tegen het jaar 260, in de ouderdom van 75 jaar, nadat hij 57 jaar in de eenzaamheid had geleefd.
De heilige Josef van Volokolamsk, het dorp waar hij geboren is in 1440 uit een bojarengezin. Op 20-jarige leeftijd werd hij monnik in het strengste klooster van de streek. Hij had zulk een overtuigingskracht dat ook zijn ouders en zijn broer, de latere bisschop van Rostov, in het klooster traden. Na zijn monnikswijding werd Josef belast met ziekenverzorging, en verpleegde hij ook gedurende 15 jaar zijn zieke vader.
De hegoumen wees bij zijn dood Josef aan als zijn opvolger, maar toen deze een strikter gemeenschappelijk leven wilde invoeren, kwam er verzet van de broeders. Josef ondernam nu een grote rondreis langs alle bekende kloosters van Rusland, om hun typikon te bestuderen. Tenslotte stichtte hij zelf een klooster, toegewijd aan de Ontslaping van de heilige Moeder Gods‚ in het woud van Volokolamsk, waar het leven in strenge discipline geregeld werd. Juist deze striktheid trok veel monniken aan. Alles deed men gemeenschappelijk en iedereen nam deel aan al het werk, ongeacht afkomst en opvoeding. Alleen de ouden en zwakken mochten geholpen worden. Het was een moeilijke tijd onder de tataarse overheersing. Het volk verarmde en er ontstonden hongersnoden, waarbij het klooster hulp bood. Tijdens zulk een hongerwinter waren er eens meer dan duizend kinderen opgenomen in het klooster. Dit optreden genoot algemene bijval en het klooster verwierf dan ook rijke bezittingen. Josef verdedigde dit door te zeggen dat de kloosters dit niet verzamelden ten eigen bate, maar om dienst te kunnen verlenen aan de Kerk. Hij verzette zich dan ook tegen de heilige Nil Sorski (7 april), die in diezelfde tijd een volkomen tegengesteld klooster-ideaal volgde van armoede en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Een strijdpunt was ook de houding tegenover de ketters, die volgens Josef met onverzoenlijke hardheid moesten worden behandeld, terwijl Nil hen zocht te winnen door de liefde van Christus. Maar gedurende de volgende eeuwen had de mening van Josef de overhand, totdat er een keer kwam door de Startsenschool van Païsios Velitskovski.
Josef is gestorven in 1515, en werd in 1591 bijgeschreven in de heiligenkalender.
De heilige Kieran (Ciaran, Queranus), abt van Clonmacnois, gestorven 548. Hij werd ook Macantsaor genoemd, de Timmermanszoon. Hij kwam op de beroemde school van de heilige Finnian. Toen hij zijn studie daar goed beëindigd had, ging hij naar de grote abdij op het eiland Aran, waar hij 7 jaar het graan dorste voor de communauteit. Hij werd in die tijd beschouwd als een levend voorbeeld van godsdienstzin en heiligheid. Opnieuw trok hij naar ander klooster, nu bij Inniscathy, waar hij de zorg voor de bezoekers had. Hij was echter zo vrijgevig dat sommige monniken bevreesd waren voor het kloosterbezit en daartegen protesteerden. Dat was voor Kieran het teken om ook hier te vertrekken. Nu ging hij naar het eiland Aingin en stichtte daar een eigen klooster. Spoedig was hij omringd door een schare uitgelezen monniken. Daar bleef hij 7 jaar als abt, tot 548, droeg toen het bestuur over aan een van de beste monniken en stichtte een nieuw klooster op de west-oever van de Shannon, de abdij Clonmacnois, een van de grootste Ierse abdijen, waarvan de kloosterschool leerlingen aantrok uit heel het land.
Maar reeds het volgend jaar werd hij slachtoffer van een toen heersende epidemie en hij stierf, slechts 33 jaar oud, evenals die andere timmermanszoon, naar Wie heel zijn liefde was uitgegaan.
De heilige Omer (Audemarus) geboren in Goldenthal bij Konstanz. Hij was nog een klein kind toen zijn moeder stierf, en zijn vader nam hem toen mee naar Luxeuil het klooster van de heilige Columbanus, nu onder leiding van de heilige Eustacius, diens opvolger. ln dat strenge klooster groeide hij op tot een monnik in hart en nieren, en hij bleef daar tot hij bisschop gewijd werd door de heilige Acharius van Noyon, hartelijk verwelkomd door koning Dagobert.
Zijn diocees was een waddengebied, met een nog half heidense bevolking. Er was zoveel te doen dat hij nog twee monniken uit Luxeuil liet komen, Bertinus en Mummelinus, met zetel in Sithieu. Toen Omer oud werd, verloor hij het gezicht, en hij stierf in Waorans, niet ver van het tegenwoordige Saint-Omer, in 670.
De heilige Osmanna (Onnen), uit Ierland of Wales, had zich aan God toegewijd en wilde daarom, naar Christus woord, land en familie verlaten. Zij stak de zee over en vestigde zich in Neder-Bretagne, waar zij God diende met grote vurigheid. Zij is gestorven in de buurt van Saint-Brieue, tegen het jaar 600.
De heilige martelaar Severianos die onder Licinius, de keizer van het Oostromeinse Rijk geleden heeft in 320. Dit gebeurde onder het voorwendsel van inbreuk op de militaire discipline. De senator en raadsheer Severianos was getuige geweest van de marteldood van de 40 soldaten van het Thebaanse legioen, te Sebaste in Kleim-Armenië. Hierdoor werd hij aangemoedigd om openlijk blijk te geven van zijn geloof in Christus en van zijn afschuw voor de olympische goden. Hij werd voor Licinius gebracht en toen hij ondanks allerlei folteringen standvastig bleef, werd hij met ijzeren haken verscheurd tot hij stierf.
De heilige Veran, bisschop van Vence-en-Provence. Hij was een zoon van de heilige Eucherius, bisschop van Lyon, en genoot, met zijn broer Salonius, een wetenschappelijke opvoeding. Nadat zij enige tijd doorgebracht hadden in de abdij van Lerins, stelden zij zich onder het gezag van de beroemde priester Salvianus van Marseille.
Beide broers werden bisschop, maar er is verder niet veel over hen bekend, behalve dat Veran bisschop werd van Vence. Hij is gestorven rond 450.
De heilige Wilfreda (Wulfhilda, Wulfruda, Walftrudis), abdis van Wilton, gestorven omstreeks het jaar 1000. Zij was als kind in dit klooster opgevoed, en later geschaakt door koning Edgar, door wie zij een dochter kreeg, de latere heilige Edith. Na de geboorte keerde Wilfreda met haar baby naar het klooster terug en ontving daar een jaar later de sluier, in 963. Edith stierf in 983 en Wilfreda, die intussen tot abdis was gekozen, was aanwezig bij de plechtige overbrenging van haar relieken in 997. Niet lang daarna is zij overleden.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Alexander, Hyacinthus en Tiburtius, die geleden hebben in het sabijnse bergland, 50 km van Rome; en Chariton en Straton, die tussen twee ceders zijn uiteengerukt in 320 te Bithynië.
Eveneens op deze dag de heilige Joachim‚ stichter van het klooster van Opotsjk‚ 16e/17e eeuw; Niketas de Verborgene van Konstantinopel‚ 12e eeuw; Sergios I‚ paus van Rome van 687-701; en de kluizenaar Ulphatius, 8e eeuw.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.