Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
16 juli, 2021
De heilige Athenogenes, bisschop van Herakliopolis (Pidachthoa), werd in 311 met tien van zijn leerlingen, onder wie Reginos, Maximinos, Patrofilos, Ammon, Theofrastos, Kleonikos, Petros en Hesychios, te Sebaste zwaar gefolterd en tenslotte onthoofd.
De heilige Eustathios, in 324 gekozen tot patriarch van Antiochië, een van de centra van de antieke wereld, zodat hij deelnam aan het Oecumenisch Concilie van Nicea. Naast de bestrijding van het arianisme ijverde hij daar voor het het handhaven van de Canons die verboden dat een bisschop werd overgeplaatst van het ene diocees naar het andere, wat vaak misbruiken tot gevolg had. Hij had tijdens de vervolgingen martelingen ondergaan en hij kreeg ook nog van de christenen te lijden. Hij genoot groot aanzien om zijn geleerdheid en welsprekendheid, gepaard aan een eenvoudige stijl. De ariaanse bisschoppen die zich opmaakten om de besluiten van het Concilie ongedaan te maken, gebruikten hun invloed bij de keizer om allereerst Eustathios te treffen. Zij organiseerden een bisschopsbedevaart naar Jeruzalem en brachten zo een aantal ariaanse bisschoppen in Antiochië bijeen. Daar vormden zij een concilie, waar het volk buitengesloten werd, en lieten een vrouw van lichte zeden tegen Eustathios getuigen. Uitsluitend op haar bewering, zonder enig verder bewijs, werd Eustathios vervallen verklaard van de bisschopsmacht. Naar buiten werd verder niet over deze beschuldiging gesproken, doch er werd gesuggereerd dat Eustathios schuldig was bevonden aan ketterij. Hij werd daarom in ballingschap gezonden naar de grensprovincie Illyrië in 331. Daar is hij ook gestorven in 336, al had de vrouw, in doodsangst tijdens een ziekte, allang haar valse getuigenis bekend gemaakt en ingetrokken.
De heilige Faustos werd als christen gegrepen tijdens de vervolging van Decius, rond 250. Hij werd vastgebonden aan een kruis om als schietschijf te dienen voor boogschutters. Vijf dagen heeft hij zo geleden, totdat hij stierf.
De heilige Fulrad, veertiende abt van Saint Denis, had grote bezittingen in de Elzas‚ waarop hij verschillende kloosters bouwde. Hij was een man van grote invloed, zowel in politieke als in kerkelijke zaken en gold als een der voornaamste mannen van zijn tijd. Want zijn oprechte godsdienstzin evenaarde zijn briljante talenten. Er werden hem dan ook allerlei belangrijke onderhandelingen toevertrouwd. De door hem gestichte en onderhouden kloosters stelde hij onder het gezag van de abdij van Saint Denis. Daar is hij ook gestorven in 784.
De heilige Helier was de zoon van een heidens edelman uit Tongeren. Na een zevenjarig huwelijk waren zijn ouders wanhopig omdat ze nooit een kind kregen en zij gingen in op de belofte van een priester-kluizenaar dat zij een kind zouden krijgen wanneer ze het aan hem zouden geven. Toen hun binnen een jaar een zoon geboren werd, weigerden zij zich aan hun belofte te houden, maar toen het kind ziek werd en dreigde te sterven, legden zij het met tegenzin in de armen van Cunibert, de kluizenaar.
Onder zijn leiding groeide Helier op, hij kende reeds verschillende psalmen van buiten en begon te leren lezen. Maar zijn vader was woedend toen hij zag hoe zijn zoon leefde op rauwe wortels en water, en lezen leerde in plaats van met een speer om te gaan. En omdat de jongen zo aan zijn leraar gehecht bleek, sloeg zijn vader in de nacht Cunibert dood. Toen Helier op het lawaai de kerk binnenstormde, vond hij daar het lijk van zijn leraar met het psalmboek nog in de hand, terwijl zijn bebloede vinger wees op het vers: “Wanneer zal ik verschijnen voor Gods aangezicht?”
Ontzet sloeg de jongen op de vlucht. Hij kwam in Wales en deed jarenlang boete voor zijn vader in vasten en gebed. Op raad van de heilige Markulf vestigde hij zich op het eiland Jersey, of liever op het daarbij behorende rotseilandje in het midden van de baai (die nu zijn naam draagt). Daar hield hij verblijf in een grot, waar hij sliep op de naakte rotsgrond. Zeemeeuwen kwamen daar dikwijls binnen om de resten van zijn maaltijd in ontvangst te nemen. Dit trok de aandacht van een groep Noormannen die daar legerden. Zij ontdekten de heilige in de grot en sloegen hem het hoofd af, in de 6e eeuw. De stad Saint Helier is naar hem genoemd.
De heilige Irmengard van Chiemsee, was een dochter van koning Lodewijk van Beieren. Zij was abdis van het benedictinessen-klooster op het eilandje Frauenwoerth in het Chiemer-meer, dat nog steeds bestaat. Zij had een zwak lichaam maar een sterke geest, en was een voorbeeld door haar soberheid, haar nachtelijk gebed en haar moederlijke zorg voor de zusters. Het klooster gedijde onder haar bestuur, maar zij is reeds op 35-jarige leeftijd gestorven in 866.
De heilige Julia werd na de verovering van Carthago gevangen naar Palestina gebracht en daar als slavin verkocht aan een koopman die haar meenam naar Gallië. Toen het schip enige tijd moest blijven liggen in de haven van Corsica, werd zij door heidense inwoners geroofd. Tijdens een heidens offerfeest, waaraan zij niet wilde deelnemen, werd zij gekruisigd, in 440.
De heilige Monulfus, die eenstemmig door volk en clerus werd uitgeroepen tot bisschop van Maastricht. Hij heeft de Servatiuskerk gebouwd, waar hij ook begraven ligt, na zijn dood in 577. Daar rust eveneens zijn opvolger, de heilige Gondulfus, die gedurende zeven jaar het bisdom heeft bestuurd en gestorven is in 607.
De heilige Paulos (of Plato) met zijn zusters Aleutina en Chionia. Zij waren in Egypte veroordeeld tot zware dwangarbeid in de steengroeven. Later werden zij met nog andere belijders, overgebracht naar Caesarea in Palestina, waar zij ter dood werden veroordeeld. Aleutina en Paulos stierven op de brandstapel en Chionia werd onthoofd, rond 308. Zij hadden nog een broer, Antiochos, een arts. Deze predikte het Evangelie in Galatië en Kappadocië. Hij is onthoofd onder Diokletiaan.
De heilige Reinilda stamde uit een Belgisch christelijk gezin. Toen haar ouders bejaard werden, trokken zij zich in een klooster terug, en hun dochters volgden dit voorbeeld. Reinilda en haar zuster Gudula trokken naar de abdij van Lobbes, maar de monniken wilden geen vrouwen binnenlaten. Gudula trok toen verder naar Morselle, maar Reinilda bleef drie dagen en nachten bidden aan de poort. In de derde nacht schrokken de monniken op door een donderende slag. Zij vonden de poort open en Reinilda in de kerk, met uitgespreide armen biddend voor het Kruis.
Zij vergenoegde zich met deze les in gastvrijheid en viel de monniken niet verder lastig, maar vertrok voor zeven jaren op pelgrimstocht naar het Heilige Land. Daar vandaan kwam zij terug met een schat aan relieken, die zij aan allerlei kerken uitdeelde, waarna zij zich vestigde in Saintes (Hainault), in de wildernis. Zij probeerde zoveel mogelijk de woestijnvaders na te volgen die ze had gezien: ze droeg een haren kleed, liep blootsvoets (met sokken zonder zolen, om niet op te vallen) en sliep op de harde grond. Haar voedsel bestond uit gerstebrood en water. Dag en nacht wijdde zij zich aan het gebed.
Toen de heidense Noormannen Brabant waren binnengevallen, vluchtte de bevolking in panische angst naar de wouden en zij wilden Reinilda overhalen met hen te vertrekken. Maar zij ging integendeel naar de kerk van Zanchte, waar zij door de Noormannen werd mishandeld en vermoord in 680.
Het 4e Oecumenische Concilie, gehouden in 451 te Chalcedon onder keizer Markianos en keizerin Pulcheria. Het ging om de leer van patriarch Dioskoros van Alexandrië, die met Eutyches verkondigde dat er in Christus alleen de goddelijke natuur bestaat omdat deze de menselijke natuur geheel in zich heeft opgenomen, en dat Hij alleen maar de uiterlijke gestalte van een mens bezat (het monofysitisme). Omdat hierdoor tekort wordt gedaan aan de openbaring dat Christus mens is, juist zoals wij, verklaarden de 630 vaders van het Concilie met nadruk dat het wezen van het christendom juist afhangt van het feit dat Christus niet slechts volkomen God is, maar tegelijkertijd geheel en al mens, zonder enige beperking. Alleen daardoor kan de volkomen verbondenheid tot stand komen tussen de Zoon van God en het menselijk geslacht, en zo grijpt Christus’ verlossingswerk in op de kern van ons wezen. Daardoor worden wij herschapen van binnenuit, en niet alleen maar uiterlijk gerecht verklaard. Doordat God werkelijk mens werd, een medelid van ons menselijk geslacht, krijgen wij in Hem deel aan het wezen van God. En dankbaar vieren wij de Vaders die dit inzicht zo duidelijk voor ons hebben geopend.
De heilige Vitalianus was bisschop van Capua in de 7e eeuw. Toen hij zeventig jaar oud geworden was, kreeg een deel van zijn geestelijkheid genoeg van zijn bewind: ze vonden hem te weinig doortastend en te simpel in zijn opvattingen. Zij wilden hem tot aftreden dwingen. Daartoe haalden zij op een nacht zijn kleren weg en legden er een vrouwenkleed voor in de plaats. Toen de klok voor de Metten luidde, stond Vitalianus min of meer slaapdronken op, en volgens zijn gewoonte kleedde hij zich in het donker aan, zich verbazend waarom de verschillende haken en ogen zo vreemd pasten. Zonder kwaad te vermoeden ging hij naar de kerk, waar hij het voorwerp werd van algemene spot.
Hij kon deze vernedering niet verdragen en vluchtte weg. Maar toen na zijn vertrek de hemel wolkenloos bleef in het regenseizoen, zodat het land verdorstte, begrepen de bewoners wat voor kwaad ze hadden gedaan. Zij haalden hun bisschop naar Capua terug en toen viel eindelijk de verlangde regen. Maar Vitalianus kon toch niet meer aarden op zijn troon. Hij deed nu openlijk afstand en trok zich als kluizenaar terug in het gebergte, waar hij in vrede ontslapen is.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren: Valentinus, bisschop van Trier, Sisenandus de leviet, in Spanje door de Saracenen omgebracht; Domio te Bergamo; de monnik Hilarinus, met stokslagen gestraft te Ostia, en gedood in Arezzo, onder Juliaan.
Eveneens op deze dag de heilige Generoux, abt van Poitou, 6e eeuw; Tenenan, bisschop van Bretagne.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.