Donderdag in de 22e week na Pinksteren

APOSTEL

Kol 4 : 2-9

Lezing uit de brief van Paulus aan de Kolossenzen,

Broeders, volhard in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging. En bid dan ook voor ons dat God deuren van het Woord voor ons opent om van het geheimenis van Christus te spreken, waarvoor ik gevangen zit, opdat ik dat zó in het licht zal zetten, als ik erover moet spreken. Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid. En als gij wilt weten hoe gij de mensen moet antwoorden: altijd vriendelijk, en met zout smakelijk gemaakt. Tychikus, onze geliefde broeder, onze trouwe helper en mededienaar in de Heer, zal u alles over mij vertellen. Ik heb hem met dit doel naar u toe gestuurd, opdat hij uw omstandigheden zou kennen en uw hart zou bemoedigen, samen met Onesimus, onze trouwe en geliefde broeder die één van u is; zij zullen u alles wat hier gebeurt, bekendmaken.

EVANGELIE

Lk 13 : 1-9

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

In die tijd kwamen enkele mensen Jezus het bericht brengen over de Galileërs van wie Pilatus het bloed vermengd had met hun offers. En Jezus zei tegen hen: ‘Denkt u, dat deze Galileërs grotere zondaars waren dan alle andere Galileërs, omdat ze dat ondergaan hebben? Zeker niet, zeg Ik u, maar als u zich niet bekeert, zult u allen op dezelfde wijze omkomen. Of die achttien, die gedood werden toen de toren van Siloam op hen viel, denkt u dat zij schuldiger waren dan alle andere inwoners van Jeruzalem? Zeker niet, maar als u zich niet bekeert, zult u allen op dezelfde wijze omkomen.’ En Hij vertelde deze gelijkenis: ‘Iemand had een vijgenboom in zijn wijngaard geplant en ging kijken of de boom vrucht droeg, maar hij vond geen vijgen. Hij zei tegen de wijngaardenier: Zie, al drie jaar kom ik nu kijken of die vijgenboom vrucht draagt, maar tevergeefs. Hak hem om! Waarom neemt hij de grond nutteloos in beslag? Maar hij antwoordde hem: heer, laat hem nog dit jaar staan; ik zal eerst de grond rondom nog eens omspitten en bemesten; misschien brengt hij nog vrucht voort; zo niet, hak hem dan alsnog om.’