Lezingen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Lezingen van de dag

15 oktober, 2023

19e zondag na Pinksteren

APOSTEL

II Kor 11 : 31-12:9

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs,

Broeders, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, Die te prijzen is tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. In Damascus liet de stadhouder van koning Aretas de stad van de Damascenen bewaken, omdat hij mij gevangen wilde nemen; en door een venster werd ik in een mand door de muur neergelaten en ontvluchtte zo zijn handen. Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heer. Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort. En opdat ik mij door de overtreffendheid van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik de Heer driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.

EVANGELIE

In de Metten: het 8e Opstandingsevangelie Jh 20 : 11-18

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,

In die tijd stond Maria wenend buiten bij het graf en terwijl zij weende, boog zij zich voorover naar het graf en zij zag twee engelen in witte kleren zitten, één aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; en zij zeiden tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u?’ Zij zei tegen hen: ‘Omdat zij mijn Heer weggenomen hebben, en ik niet weet waar zij Hem hebben neergelegd.’ En toen zij dit gezegd had, keek zij om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. Jezus zei tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u? Wie zoekt u?’ Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: ‘Mijnheer als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem hebt neergelegd en ik zal Hem gaan halen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Zij keerde zich om en zei tegen Hem: ‘Rabboeni!’ Dat betekent: Meester. Jezus zei tegen haar: ‘Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgestegen naar Mijn Vader; maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar Mijn Vader en jullie Vader, naar Mijn God en jullie God.’ Maria Magdalena ging de leerlingen vertellen dat zij de Heer gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.

In de Liturgie: Lk 8 : 5-8a, 9-15, 8b

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

De Heer vertelde de volgende gelijkenis: ‘Een zaaier ging naar buiten om zijn zaad te zaaien. En toen hij zaaide, viel er een deel langs de weg, en het werd vertrapt en de vogels in de lucht aten het op. En een ander deel viel op de rotsachtige bodem, en toen het opgegroeid was, verdorde het door gebrek aan vocht.
En een ander deel viel tussen de distels, en toen de distels mee opgroeiden, verstikten ze het. En een ander deel viel in de goede aarde en toen het opgegroeid was, bracht het honderdvoudig vrucht voort.’ En Zijn leerlingen vroegen Hem: ‘Wat betekent deze
gelijkenis?’ Hij zei: ‘Aan jullie is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk van God te kennen, maar tot de anderen spreek Ik in gelijkenissen, zodat zij ziende niet zien en horende niet begrijpen. Dit is de betekenis van de gelijkenis: Het zaad is het Woord van God. Zij bij wie langs de weg gezaaid wordt, zijn zij die het horen; maar daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet geloven en gered worden. Zij bij wie op de rotsachtige bodem gezaaid wordt, zijn zij die het Woord met vreugde ontvangen, wanneer zij het gehoord hebben. Maar zij hebben geen wortel, omdat ze maar voor een bepaalde tijd geloven, en in een tijd van verzoeking worden zij afvallig. En bij wie het zaad tussen de distels valt, dat zijn zij die het hebben gehoord, maar die gaandeweg door de zorgen en rijkdom en genietingen van het leven verstikt worden en geen vrucht dragen. En waar het zaad in de goede aarde valt, dat zijn zij die het Woord horen, het in een oprecht en goed hart vasthouden, en in volharding vruchten voortbrengen.’ Toen Hij dit gezegd had, riep Hij: ‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’

Gegevens

Datum:
15 oktober, 2023
Evenement Categorie: