Woensdag in de 18e week na Pinksteren

APOSTEL

Ef 5 : 25-33

Lezing uit de brief van Paulus aan de Efeziërs,

Broeders, mannen, heb uw vrouw lief, zoals ook Christus de kerk heeft liefgehad en Zich voor haar heeft prijsgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, haar zou reinigen met het waterbad door het woord, en opdat Hij haar in heerlijkheid voor Zich zou stellen, de kerk zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, opdat zij heilig en zuiver zou zijn. Zo moeten de mannen hun vrouw liefhebben als hun eigen lichaam. Wie zijn vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, nee, hij voedt en verzorgt het, zoals ook de Heer de kerk. Want wij zijn ledematen van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Dit geheimenis is groot; ik spreek met het oog op Christus en de kerk. Dus ook voor elk van u geldt dat ieder zijn vrouw moet liefhebben als zichzelf; en voor de vrouw dat zij ontzag heeft voor haar man.

EVANGELIE

Lk 6 : 46-7 : 1

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

De Heer zei: ‘Waarom zeggen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg? Ieder die naar Mij toe komt en Mijn woorden hoort en ze doet, – Ik zal jullie laten zien op wie zo iemand lijkt. Hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op de rots legde. Toen er een overstroming kwam, beukte de waterstroom tegen dat huis aan, maar kon het niet doen wankelen, want het was gefundeerd op de rots. Wie echter Mijn woorden hoort en ze niet doet, lijkt op iemand die een huis bouwde op de grond zonder fundament. Toen de waterstroom er tegenaan sloeg, stortte het meteen in en dat huis werd één grote bouwval.’ Nadat Hij al Zijn woorden beëindigd had ten aanhoren van het volk, ging Hij Kafarnaüm binnen.