Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
23 maart, 2021
Dinsdag in de tweede week van de Grote Vasten
Op weekdagen in de Grote Vasten is er geen Goddelijke Liturgie, en zijn er daarmee ook geen lezingen uit de Apostel en het Evangelie vastgesteld. Wel zijn er Oud-testamentische lezingen in het zesde uur en in de Vespers:
LEZING IN HET ZESDE UUR
Jesaja 5,7-16
Lezing uit de profetie van Jesaja,
Zo spreekt de Heer: de wijngaard van de Heer Sabaoth is het huis Israël, en de mannen van Juda zijn deze geliefde nieuwe aanplant. Ik verwachtte een goed bestuur, maar het werd wetteloosheid; en geen gerechtigheid, maar geschreeuw. Wee hun die huis aan huis rijgen, veld aan veld voegen, om van hun naaste iets af te nemen. Wilt gij soms alleen op aarde wonen? Dit hoorden de oren van de Heer Sabaoth: ook al komen er veel huizen, grote en mooie, ze zullen tot een woestenij worden, en er zullen geen bewoners zijn. Want waar tien paar ossen ploegden, zal de opbrengst slechts één kruik vullen, en wie zes zakken zaad zaait, zal slechts één zak opbrengst hebben. Wee hun die ‘s morgens vroeg opstaan en op sterke drank uit zijn, en daarmee tot laat doorgaan want de wijn verhit hen. Want zij drinken wijn, met muziek van harp, luit, tamboerijn en fluit, maar voor de werken des Heren hebben zij geen oog, en de werken van Zijn handen begrijpen zij niet. Daarom is mijn volk krijgsgevangen geworden, omdat zij de Heer niet kennen en velen zijn gestorven van honger en dorst. En Hades heeft zijn keel wijd opengesperd en zijn muil geopend, zodat onophoudelijk de roemrijken, de groten, de rijken en de verdorvenen erin neer zullen dalen. De gewone man zal gebukt gaan en de man van aanzien zal vernederd worden en de ogen van de hoogmoedigen zullen neergeslagen zijn. Maar de Heer Sabaoth zal verheven worden in het gericht en de heilige God zal verheerlijkt worden door gerechtigheid.
LEZINGEN IN DE VESPERS
Genesis 4, 8-15
Lezing uit Genesis,
Kaïn zei tegen zijn broer Abel: laten we naar het veld gaan. En het gebeurde toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde. En de Heer zei tegen Kaïn: Waar is Abel, uw broer? En hij zei: Ik weet het niet; ben ik de hoeder van mijn broer? En Hij zei: Wat heb je gedaan? Er is een stem van het bloed van je broer dat van de aardbodem tot Mij roept. Nu dan, je bent vervloekt, weg van de aardbodem, die zijn mond heeft opengesperd om het bloed van je broer uit je hand op te nemen. Als je de aardbodem bewerkt, zal die zijn volle opbrengst niet meer geven; je zult zuchtend en dolend over de aarde gaan. En Kaïn zei tegen de Heer: Mijn schuld is te groot om vergeven te worden. Zie, Gij verdrijft mij heden van het aaangezicht van de aardbodem en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn en zuchtend en dolend over de aarde gaan; en het zal zo zijn, dat al wie mij tegenkomt, mij zal doden. Maar de Heer God zei tegen hem: Geenszins, ieder die Kaïn doodt, zal zevenvoudig gewroken worden en zal krachteloos zijn. En de Heer merkte Kaïn met een teken, zodat niemand, die hem tegenkwam, hem zou doden.
Spreuken 5, 1-15
Lezing uit de Spreuken,
Mijn zoon, sla acht op mijn wijsheid, neig je oor naar mijn woorden, zodat je goed begrip in acht neemt: de kennis van mijn lippen gebieden je het volgende: sla geen acht op een slechte vrouw,
want van de lippen van een lichte vrouw druipt honing, die voor korte tijd je keel streelt, maar later zie je in dat deze bitterder is dan gal, en scherper dan een geslepen tweesnijdend zwaard.
Want de voeten van de lichtzinnigheid brengen de schuldigen na hun dood naar de hades, en haar schreden zijn niet vast.
Want de wegen des levens betreedt zij niet, haar paden zijn dwaalwegen, en niet te herkennen.
Nu dan, zoon, luister naar mij en verwerp mijn woorden niet.
Houd je weg ver bij haar vandaan, en kom niet in de nabijheid van de deur van haar huis, opdat je je leven niet aan anderen prijsgeeft noch je bezit aan een meedogenloze; opdat vreemden zich niet verzadigen met jouw kracht, en je zwoegen te goede komt aan het huis van onbekenden, zodat je er uiteindelijk spijt van hebt, als het gedaan is met het vlees van je lichaam; en je zegt: Hoe heb ik de vermaning kunnen haten en heeft mijn hart bestraffing kunnen verwerpen; en heb ik niet geluisterd naar de stem van wie mij vermaande en mij onderwees, mijn oor heb ik niet naar hem geneigd!
In bijna alle kwaad heb ik verkeerd, in het midden van de gemeente en de gemeenschap.
Drink water uit je eigen regenbak en welwater uit je eigen bornput.