Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
18 maart, 2021
Donderdag in de eerste week van de Grote Vasten
Op weekdagen in de Grote Vasten is er geen Goddelijke Liturgie, en zijn er daarmee ook geen lezingen uit de Apostel en het Evangelie vastgesteld. Wel zijn er Oud-testamentische lezingen in het zesde uur en in de Vespers:
LEZING IN HET ZESDE UUR
Jesaja 2,11-21
Lezing uit de profetie van Jesaja,
De Heer alleen is te dien dage verheven. Want er is een dag van de Heer der heerscharen tegen al wat hoogmoedig is en trots en tegen al wat zich verheft, opdat het vernederd worde; tegen alle trotse en hoge ceders van de Libanon en alle eiken van Basan, tegen alle trotse bergen en alle hoge heuvels, tegen elke hoge toren en elke steile muur, tegen alle schepen van Tarsis en alle kostbare kunstschatten. Dan wordt de verwatenheid der mensen neergebogen en de trots der mannen vernederd, en de Heer alleen is te dien dage verheven, en de afgoden zullen volkomen verdwijnen. Dan kruipt men in de spelonken der rotsen en in de holen van de grond voor de verschrikking des Heren en voor de luister zijner majesteit, wanneer Hij opstaat om de aarde te verschrikken. Want op die dag zal de mens zijn zilveren en gouden afgoden, die hij zich gemaakt had om zich daarvoor neer te buigen, voor de ratten en de vleermuizen werpen, bij zijn vlucht in de rotsholten en in de bergspleten vanwege de verschrikking des Heren en de luister zijner majesteit, wanneer Hij opstaat om de aarde te verschrikken.
LEZINGEN IN DE VESPERS
Genesis 2,4-19
Lezing uit Genesis,
Dit is het boek van de wording van hemel en aarde, ten tijde, dat de Heer God aarde en hemel maakte, – er was nog geen enkel veldgewas op de aarde, en er was nog geen enkel kruid des velds uitgesproten, want de Heer God had het niet op de aarde doen regenen, en er was geen mens om de aardbodem te bewerken; maar een damp steeg op uit de aarde en bevochtigde de gehele aardbodem – toen formeerde de Heer God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen. Voorts plantte de Heer God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had. Ook deed de Heer God allerlei geboomte uit de aardbodem opschieten, begeerlijk om te zien en goed om van te eten; en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad. Er ontsprong in Eden een rivier om de hof te bevochtigen, en daar splitste zij zich in vier stromen. De naam van de eerste is Pison; deze stroomt om het gehele land Chawila, waar het goud is; en het goud van dat land is goed; daar is de balsemhars en de steen chrysopraas. De naam van de tweede rivier is Gichon; deze stroomt om het gehele land Ethiopië. De naam van de derde rivier is Tigris; deze stroomt ten oosten van Assur. En de vierde rivier is de Eufraat. En de Heer God nam de mens en plaatste hem in de hof van Eden om die te bewerken en te bewaren. En de Heer God legde Adam het gebod op: Van alle bomen in de hof moogt gij vrij eten, maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven. En de Heer God zei: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past. En de Heer God formeerde uit de aardbodem al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels. Ook bracht Hij het tot Adam, om te zien hoe deze het noemen zou; en zoals Adam elk levend wezen noemen zou, zo zou het heten.
Spreuken 3,1-18
Lezing uit de Spreuken,
Mijn zoon, vergeet mijn geboden niet en uw hart beware mijn woorden, want lengte van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.
Dat barmhartigheid en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, dan zult gij genade vinden.
Heb altijd goede gedachten in de ogen van God en mensen.
Vertrouw op de Heer met uw ganse hart en wees niet trots op uw eigen inzicht.
Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken, en zult gij uw voeten niet stoten.
Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van ieder kwaad; het zal genezing zijn voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente.
Vereer de Heer met uw rechtvaardige inspanningen en met de eerstelingen van al uw rechtmatig verkregen vruchten, dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen.
Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing.
Want de Heer bestraft wie Hij liefheeft, hij straft iedere zoon, aan wie hij welgevallen heeft.
Gelukzalig de mens die wijsheid vindt, de sterveling die verstandigheid verkrijgt; want wat zij opbrengt, is beter dan de opbrengst van zilver en goud.
Zij is kostbaarder dan kostbare edelstenen, geen kwaad kan haar evenaren.
Lengte van levensjaren is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.
Uit haar stroomt rechtvaardigheid, op haar tong draagt zij de wet en barmhartigheid.
Haar wegen zijn liefelijke wegen, al haar paden zijn vrede.
Een boom des levens is zij voor wie haar vasthouden, en betrouwbaar voor hen die op haar leunen als op de Heer.