Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
3 maart, 2021
Woensdag in de week van de laatste vleesspijzen
APOSTEL
Pericoop 73-b (I Joh 3 : 21-4:11)
Lezing uit de eerste algemene brief van Johannes,
Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan; en wat wij ook bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is. En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon, Jezus Christus, en dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij geboden heeft. En wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft. Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert gij de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; en dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. Kinderen, gij zijt uit God en gij hebt hen overwonnen, want Hij Die in u is, is groter dan hij die in de wereld is. Zij zijn uit de wereld; daarom spreken zij uit de wereld, en de wereld luistert naar hen. Wij zijn uit God. Wie God kent, luistert naar ons; wie niet uit God is, luistert niet naar ons. Hieraan herkennen wij de geest van de waarheid en de geest van de dwaling. Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem. Hierin is de liefde, niet dat wij God lief hebben gekregen, maar dat Hij ons liefhad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden. Geliefden, als God ons zo liefhad, moeten ook wij elkaar liefhebben.
EVANGELIE
Mc – pericoop 65 (Mc 14 : 43-15:1)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd terwijl Jezus met Zijn leerlingen sprak, kwam Judas de Iskarioter, eraan, één van de twaalf, en met hem een menigte met dolken en stokken, gestuurd door de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten. Zijn verrader had dit teken met hen afgesproken: Die ik kussen zal, Die is het; grijp Hem en leid Hem onder strenge bewaking weg. Toen hij eraan kwam, liep hij meteen op Hem af en zei: ‘Gegroet, Rabbi!’ En hij kuste Hem. En zij grepen Hem vast en namen Hem gevangen. Een van de omstanders trok zijn dolk, trof de knecht van de hogepriester en sloeg hem een oor af. En Jezus zei tegen hen: ‘Alsof Ik een misdadiger ben, zo bent u eropuit getrokken met messen en stokken om Mij gevangen te nemen. Dagelijks was Ik bij u in de tempel om onderricht te geven, maar u hebt Mij niet gevangengenomen; maar dit gebeurt omdat de Schriften in vervulling moeten gaan.’ En zij lieten Hem achter en vluchtten allen weg. En een zekere jongeman die alleen een linnen doek om zijn naakte lichaam droeg, volgde Hem en de jongemannen grepen hem. Maar hij liet de doek in hun handen achter en vluchtte naakt van hen weg. Toen leidden zij Jezus weg naar de hogepriester; en bij hem kwamen al de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten bijeen. En Petrus volgde Hem op een afstand, tot op de binnenplaats van het huis van de hogepriester, en hij zat er tussen de dienaars zich te warmen bij het vuur. De hogepriesters nu en het hele Sanhedrin zochten een getuigenverklaring tegen Jezus om Hem ter dood te kunnen brengen, maar zij vonden er geen. Want hoewel veel mensen een vals getuigenis tegen Hem aflegden, stemden hun getuigenissen niet overeen. Toen stonden er enigen op om een vals getuigenis tegen Hem af te leggen, zeggend: ‘Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal deze door mensenhanden gemaakte tempel afbreken, en binnen drie dagen een andere opbouwen, die niet met mensenhanden gemaakt is.’ Maar ook hierin was hun getuigenis niet eensluidend. Toen ging de hogepriester in het midden staan en vroeg aan Jezus: ‘Antwoordt U niets? Wat getuigen deze mensen wel niet tegen U?’ Maar Hij zweeg en antwoordde niets. Opnieuw stelde de hogepriester Hem een vraag en zei tegen Hem: ‘Bent U de Christus, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Ik ben het. En u zult de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige, en Hem zien komen op de wolken van de hemel.’ Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben wij nog getuigen nodig? U hebt duidelijk de godslastering gehoord. Wat is uw mening?’ En zij oordeelden allen dat Hij des doods schuldig was. En sommigen begonnen Hem te bespuwen, zij blinddoekten Hem en begonnen Hem te slaan en zeiden tegen Hem: ‘Profeteer nu maar!’ En de dienaars sloegen Hem in het gezicht. En terwijl Petrus beneden op de binnenplaats was, kwam één van de dienstmeisjes van de hogepriester eraan; en toen zij Petrus zich zag warmen, keek zij hem aan en zei: ‘U was ook bij die Jezus de Nazarener.’ Maar hij ontkende het en zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt, ik begrijp niet wat je zegt.’ En hij ging naar buiten naar het voorportaal, en er kraaide een haan. En toen het dienstmeisje hem opnieuw zag, zei zij tegen de omstanders: ‘Hij is één van hen.’ Maar hij ontkende het opnieuw. En kort daarna zeiden de omstanders opnieuw tegen Petrus: ‘U bent wel degelijk één van hen, want u bent ook een Galileeër, aan uw spraak is het te horen. Maar hij begon zich te vervloeken en te zweren: ‘Ik ken die mens niet waarover u spreekt.’ En de haan kraaide voor de tweede keer; en Petrus herinnerde zich het woord dat Jezus tegen hem gezegd had: ‘Voordat de haan tweemaal gekraaid heeft, zul je Mij driemaal verloochenen.’ En hij barstte in tranen uit. En de hogepriesters, de oudsten, de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin kwamen meteen ’s morgens vroeg bijeen om te vergaderen. En zij boeiden Jezus, brachten Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus.