Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
1 maart, 2021
Maandag in de week van de laatste vleesspijzen
APOSTEL
Pericoop 71 (I Joh 2 : 18-3:8)
Lezing uit de eerste algemene brief van Johannes,
Broeders, het is het laatste uur; en zoals gij gehoord hebt dat de antichrist eraan komt, zijn er ook nu al veel antichristen gekomen, waaruit wij weten dat het het laatste uur is. Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn. Gij hebt de zalving van de Heilige en gij weet alles. Ik heb u niet geschreven omdat gij de waarheid niet kent, maar omdat gij die kent, en omdat er geen leugen uit de waarheid is. Wie is de leugenaar anders dan hij die loochent dat Jezus de Christus is? Dat is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent. Ieder die de Zoon loochent, heeft ook de Vader niet. Laat wat gij vanaf het begin gehoord hebt, in u blijven. Als in u blijft wat gij vanaf het begin gehoord hebt, dan zult ook gij in de Zoon en in de Vader blijven. En dit is de belofte die Hij ons heeft beloofd: het eeuwige leven. Deze dingen heb ik u geschreven met betrekking tot hen die u misleiden. En wat u betreft, de zalving die gij van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en gij hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u in alles onderwijst – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet gij in Hem blijven. En nu, kinderen, blijf in Hem, opdat wij vrijmoedigheid hebben, wanneer Hij geopenbaard zal worden, en niet door Hem beschaamd gemaakt worden bij Zijn komst. Als gij weet dat Hij rechtvaardig is, dan weet gij dat ieder die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is. Zie, hoe groot de liefde is die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is. Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid. En gij weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet. Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. Kinderen, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, zoals Hij rechtvaardig is. Wie de zonde doet, is uit de duivel; want de duivel zondigt vanaf het begin. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.
EVANGELIE
Mc – pericoop 49 (Mc 11 : 1-11)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd toen Jezus Jeruzalem naderde en bij Bethfage en Bethanië bij de Olijfberg kwam, stuurde Hij twee van Zijn leerlingen vooruit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar vóór jullie ligt, en zodra jullie er binnenkomen, zul je een vastgebonden ezelsveulen vinden waarop nog niemand gezeten heeft. Maak het los en breng het hier. En als iemand jullie vraagt: ‘Waarom doen jullie dat?’ zeg dan dat de Heer het nodig heeft en het meteen zal terugsturen. En zij vertrokken en vonden het veulen vastgebonden bij een deur buiten op straat, en zij maakten het los. En sommige omstanders vroegen: ‘Wat doen jullie daar, waarom maken jullie het veulen los?’ Zij antwoordden hun zoals Jezus hun had opgedragen, en zij lieten hen begaan. Zij brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels erop, en Hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg, en anderen hakten takken met bladeren van de bomen en spreidden die uit op de weg. En zij die voor Hem uitliepen en zij die volgden, riepen: Hosanna! Gezegend Hij, Die komt in de Naam van de Heer! Gezegend het Koninkrijk van onze vader David, dat komt in de Naam van de Heer! Hosanna in de hoogste hemel! En Jezus trok Jeruzalem binnen en ging de tempel in. En nadat Hij alles in ogenschouw had genomen, ging Hij, omdat het al laat geworden was, met de twaalf naar Bethanië.