Vrijdag in de 26e week na Pinksteren

APOSTEL

I Tim 4 : 4-8, 16

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan Timotheüs,

Mijn kind Timotheüs, alles wat God geschapen heeft, is goed en niets is verwerpelijk, wanneer het onder dankzegging aanvaard wordt; het wordt immers geheiligd door het Woord van God en door gebed. Als je de broeders deze dingen voorhoudt, zult je een goed dienaar van Jezus Christus zijn, gevoed door de woorden van het geloof en door de goede leer, die je nagevolgd hebt. Verwerp heilloze en onzinnige oudewijven-praat en oefen jezelf in godsvrucht. Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is voor alle dingen nuttig, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft. Neem je in acht, houd je aan het onderricht en volhard daarin. Want als je dat doet, zul je én jezelf redden én hen die jou horen.

EVANGELIE

Lk 21 : 37-22:8

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

In die tijd gaf Jezus overdag onderricht in de tempel, maar de nachten bracht Hij buiten de stad door op de berg die de Olijfberg genoemd wordt. En heel het volk kwam ‘s morgens vroeg naar Hem toe in de tempel om naar Hem te luisteren. En het feest van de ongedesemde broden, dat Pascha genoemd wordt, was nabij. De hogepriesters en de schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om Hem om het leven te brengen, want zij waren bang voor het volk. En de satan voer in Judas, bijgenaamd Iskariot, één van de twaalf. En hij ging naar de hogepriesters en de bevelhebbers van de tempelwacht, en besprak met hen hoe hij Hem aan hen zou overleveren. En zij waren verheugd en spraken af hem geld te geven. En hij stemde erin toe en zocht een gelegenheid om Hem over te leveren buiten de menigte om. Zo brak dan de dag aan van de ongedesemde broden, waarop het paaslam geslacht moest worden. En Jezus stuurde Petrus en Johannes eropuit en zei: ‘Ga voor ons het paasmaal voorbereiden, zodat wij het kunnen eten.’