Dinsdag in de 24e week na Pinksteren

APOSTEL

I Thess 3 : 8b-13

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen,

Broeders, als gij staande blijft in de Heer, welke dank kunnen wij God dan voor u teruggeven, vanwege alle vreug­­de waarmee wij ons verheugen over u voor het aangezicht van onze God? Wij bidden dag en nacht meer dan overvloedig om uw gezicht te mogen zien en om aan te vullen wat aan uw geloof ontbreekt. Maar moge onze God en Vader Zelf, en onze Heer Jezus Christus, onze weg naar u banen. En moge de Heer u vervullen en overvloedig maken in de liefde voor elkaar en voor allen, zoals die van ons voor u, om uw harten te versterken in onberispelijke heiligheid voor het aangezicht van onze God en Vader, bij de komst van onze Heer Jezus Christus met al Zijn heiligen.

EVANGELIE

Lk 17 : 26-37; 18:8b

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

De Heer zei: ‘Zoals het gebeurde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: Zij aten, zij dronken, zij huwden en zij werden ten huwelijk gegeven tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de zondvloed kwam en allen verdelgde. Of zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op de dag waarop Lot uit Sodom wegging, regende het vuur en zwavel uit de hemel en het verdelgde allen. Net zo zal het gaan op de dag dat de Mensenzoon Zich zal openbaren. Wie die dag op het dak is, terwijl zijn huisraad in huis is, moet niet naar beneden gaan om het te halen; en wie op het land is, moet evenmin teruggaan. Denk aan de vrouw van Lot. Wie zijn leven probeert te behouden, zal het verliezen; en wie het verliest, zal het vernieuwen. Ik zeg u, in die nacht zullen er twee op één bed liggen, de één zal weggenomen worden en de ander zal achtergelaten worden. Zij antwoordden Hem en zeiden: ‘Waar, Heer?’ Hij antwoordde hun: ‘Waar het dode lichaam is, daar zullen de gieren zich verzamelen. Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan nog wel geloof vinden op aarde?’