Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
3 november, 2022
Donderdag in de 21e week na Pinksteren
APOSTEL
Kol 1 : 24-2:1a
Lezing uit de brief van Paulus aan de Kolossenzen,
Broeders, op dit ogenblik verblijd ik mij in mijn lijden ter wille van u en vul ik in mijn vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukkingen van Christus, ten behoeve van Zijn lichaam, dat is de kerk. Daarvan ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de beheerstaak van God, die Hij mij met het oog op u gegeven heeft om het Woord van God te vervullen, namelijk het geheimenis, dat eeuwen en generaties lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen. Aan hen heeft God bekend willen maken hoe rijk de heerlijkheid is van dit geheimenis onder de heidenen: Christus is in uw midden, de hoop op de heerlijkheid. Hem verkondigen wij, terwijl we ieder mens terechtwijzen, en ieder mens onderrichten in alle wijsheid, om ieder mens volmaakt te doen staan in Christus Jezus. Daarvoor span ik me in en strijd ik, overeenkomstig Zijn werking, die met kracht in mij werkzaam is. Want ik wil dat gij weet hoe groot de strijd is die ik voor u voer.
EVANGELIE
Lk 11 : 47-12:1
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,
De Heer zei tegen de Joden die bij Hem gekomen waren: ‘Wee u, want u richt grafmonumenten op voor de profeten, maar uw voorvaders hebben hen gedood. U getuigt dus, dat u met de daden van uw voorvaders instemt, want zij hebben hen gedood en u richt de grafmonumenten op. Daarom heeft de wijsheid van God gezegd: ‘Ik zal profeten en apostelen naar hen toe zenden en sommigen van hen zullen zij doden en anderen vervolgen, opdat van deze generatie voor het bloed van alle profeten, dat van de schepping der wereld af vergoten is, genoegdoening geëist wordt, van het bloed van Abel tot het bloed van Zacharia, die tussen het altaar en het tempelhuis gedood is. Ja, zeg ik u, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! Wee u, wetgeleerden, want u hebt de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf bent u niet binnengegaan en degenen, die binnen wilden gaan, hebt u tegengehouden.’ Toen Hij deze dingen tegen hen zei, begonnen de schriftgeleerden en de Farizeeën hem verbitterd aan te vallen en Hem over van alles uit te vragen, in een arglistige poging om Hem te betrappen op een uitspraak, waarover zij Hem zouden kunnen beschuldigen. Intussen stroomde er een menigte van duizenden mensen samen, zodat zij elkaar bijna onder de voet liepen. En Hij richtte Zich eerst tot Zijn leerlingen: ‘Wees op uw hoede voor het zuurdesem van de Farizeeën, dat is de huichelarij.’