Zaterdag in de 20e week na Pinksteren

APOSTEL

II Kor 1 : 8-11

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs,

Broeders, wij willen niet, dat gij geen weet hebt van onze verdrukking, die ons heeft getroffen in Asia: dat wij zó bovenmate en boven machte belast zijn geweest dat we zelfs wanhoopten aan ons leven. Ja, wij hadden voor ons eigen besef het doodvonnis zelf al ontvangen, zodat wij niet op onszelf konden vertrouwen, maar alleen op God, Die de doden opwekt. Hij heeft ons uit zo’n groot doodsgevaar verlost, en Hij verlost ons nog. Op Hem hebben wij onze hoop gevestigd dat Hij ons nogmaals verlossen zal, terwijl ook gij ons mede te hulp komt door het gebed, opdat door velen veelvuldig dank voor ons wordt gezegd voor de genadegave die ons verleend is.

EVANGELIE

Lk 8 : 16-21

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

De Heer zei: ‘Niemand steekt een lamp aan en verbergt die onder een vat of zet hem onder een bed, maar hij zet hem op een kandelaar, zodat zij die binnenkomen, het licht kunnen zien. Want er is niets verborgen dat niet openbaar zal worden; en er is niets geheim dat niet bekend zal worden en aan het licht zal komen. Let er dus op hoe u luistert: want aan wie heeft, zal gegeven worden, maar aan wie niet heeft, hem zal ook hetgeen hij denkt te hebben, ontnomen worden.’ Toen kwamen Zijn moeder en Zijn broers naar Hem toe; maar zij konden Hem niet bereiken vanwege de menigte. Men berichtte Hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten en willen U bezoeken.’ Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: ‘Mijn moeder en mijn broeders zijn zij, die naar het Woord Gods luisteren en ernaar handelen.’