Woensdag in de 20e week na Pinksteren

APOSTEL

Fil 2 : 24-30

Lezing uit de brief van Paulus aan de Filippenzen,

Broeders, ik vertrouw in de Heer dat ik ook zelf spoedig zal komen. Ik heb het echter nodig geacht Epafroditus naar u toe te sturen, mijn broeder, medewerker en medestrijder, en uw afgevaardigde die mij bijstond in mijn nood, omdat hij vurig naar u allen verlangde en verontrust was, omdat gij gehoord had dat hij ziek was. Hij is inderdaad ook ziek geweest, de dood nabij, maar God heeft Zich over hem ontfermd, en niet alleen over hem, maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben. Daarom heb ik hem des te sneller gestuurd, opdat gij u weer kunt verblijden als gij hem ziet, en ik minder droevig ben. Ontvang hem dan in de Heer, met alle vreugde, en houd zulke mensen in ere. Want om het werk van Christus was hij tot dicht bij de dood gekomen, doordat hij zijn leven had gewaagd om mij de dienst te betonen die gij niet kon bieden.

EVANGELIE

Lk 11 : 9-13

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lukas,

De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘vraag, en jullie zal gegeven worden; zoek, en jullie zullen vinden; klop en er zal voor jullie worden opengedaan. Want ieder die vraagt ontvangt, wie zoekt vindt, en voor wie klopt, zal worden opengedaan. Welke vader onder jullie zal, als zijn zoon hem om brood vraagt, hem een steen geven? Of als hij om een vis vraagt, hem in plaats van een vis een slang geven? Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen geven? Als jullie dus, die slecht zijn, je kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan de Heilige Geest geven aan wie er Hem om vragen?’