Heiligen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Heiligen van de dag
30 september
De heilige Gregorios de Verlichter van Armenië, een van de eerste landen waar het christendom was doorgedrongen, doch in het begin slechts heel langzaam wortel schoot. Hij was van koninklijk geslacht, geboren rond 240 en leefde en werkte in Armenië gedurende bijna een eeuw. Tijdens zijn jeugd was het land in grote beroering door de verschillende vorsten die om de macht streden en grote moordpartijen aanrichtten. Gregorios werd van de slachtpartij gered door zijn voedster en ondergebracht bij een juist vertrekkende koopman die hen meenam naar Caesarea, en hem als hun eigen kind opvoedden. Daar trouwde hij ook met een vrouw uit die stad en zij hadden twee zonen.
Drie jaar later besloten Gregorios en zijn vrouw hun huwelijk te beëindigen om als monnik te gaan leven. De moeder nam de jongste mee naar het klooster; de jongen werd later kluizenaar in de buurt van de stad. Gregorios ging naar Armenië terug. Hij trad in dienst van de toenmalige vorst, zonder zijn identiteit te onthullen. Toen na enige tijd bleek dat hij de goden niet wilde vereren, werd hij sadistisch gefolterd en in het riool van de gevangenis geworpen. Gedurende vele jaren moest hij gevangenschap verduren, maar tenslotte werd koning Tiridates zelf christen. Hij was ten prooi gevallen aan een hevige geestesziekte, en aan zijn zuster werd in een droom geopenbaard dat hij alleen genezen kon worden door zijn christen-verwant die hij 15 jaar geleden in die afvalgroeve had doen werpen. Hij werd door Gregorios gedoopt, en deze bleef de raadgever van de koning die nu een nieuw schepsel geworden was.
Hun eerste daad was een kerk en een klooster te bouwen bij de relieken van Rhipsime, Gaiana en hun medezusters, die op bevel van Tiridates de marteldood waren gestorven te Etchmiadzin‚ aan de voet van het Ararat-gebergte. Gregorios werd naar Caesarea gezonden om bisschop gewijd te worden. Hij werd met grote vreugde ontvangen door de aartsbisschop Leontios die hem gelijk tot patriarch van Armenië wijdde in 302. Bij zijn terugkomst in Armenië doopte Gregorios het gezin van de koning, waaronder diens zuster. “Zij was een opmerkenswaardige vrouw”, zegt de kroniek. “die zelfs toen zij nog heidens was nooit haar tong de vrije teugel liet zoals de andere vrouwen”. De meerderheid van de bevolking volgde het voorbeeld van de koning, zodat Gregorios direct begon met het organiseren van zijn Kerk: het wijden van bisschoppen, het oprichten van diocesen en het bouwen van scholen. Daar werden schrandere boerenzonen onderricht in het Grieks en het Syrisch, in de Heilige Schrift, de werken van de kerkvaders, en de canons van de kerk. “Het was wonderbaarlijk om te zien”, zo vervolgt de kroniek, “binnen hoe korte tijd dit ruwe materiaal tot werkelijk geestelijke mensen werd, vol aandacht voor het woord van God, doordrenkt met de geschriften van de profeten en de apostelen, en ware erfgenamen van het Evangelie”.
Na de grootse plechtigheid van de doop van heel een volk in de Eufraat, was zijn eerste werk de bouw van een schitterende tempel, gewijd aan de “Nederdaling van de Eengeboren Zoon” (Etchmiadzin), naar aanleiding van een visioen waarin hij Gods Eniggeborene had zien neerdalen van de hemel naar de aarde. “In zomer en winter, bij dag en bij nacht, zonder zich rust te gunnen, trok onze Verlichter nu door het land, om overal het Evangelie te verkondigen en de verlossende naam van Jezus te brengen. Hij verlichtte alle zielen door hun de kennis te brengen van God, en door de nieuwe geboorte van de doop maakte hij hen tot kinderen van God. Vele gevangen, krijgsgevangenen en andere slachtoffers van de tirannen bracht hij redding door Christus’ heerlijkheid welke van hem uitstraalde; onrechtvaardige boeien wist hij te verbreken; die in droefenis verkeerden werden door hem getroost, en door de verwachting van de goddelijke heerlijkheid in onze Heer Jezus Christus, bracht hij weer vreugde in hun zielen.”
Nadat de organisatie van de Kerk was vastgelegd, en deze vaste voet had gekregen in het land, trok Gregorios zich terug als kluizenaar op de Sebouh-berg, om zich voor te bereiden op zijn overgang naar de andere wereld. Maar hij bleef de Kerk bijstaan, telkens wanneer daaraan behoefte bestond. Toen zijn zoon, die hem als bisschop was opgevolgd, van het Concilie van Nicea terugkwam, liet de heilige Gregorios zich nog eens horen, nadat hij geluisterd had naar de nieuwe geloofsbelijdenis: “Laat ons evenwel Hem verheerlijken, Die was voor alle eeuwen, en nedervallen voor de heilige Drie-eenheid, de Vader en de Zoon en de Heilige Geest; nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.” (Dit gebed wordt in de Armenische Kerk nog steeds gebeden na de Geloofsbelijdenis.)
Langzamerhand echter trok hij zich steeds verder terug en tenslotte is hij onopgemerkt gestorven, terwijl hij zijn intrek had genomen in een grot. Daar werd hij door herders, in geknielde houding, gevonden en onder een hoop stenen begraven, waarschijnlijk in het jaar 326. Eerst jaren later werd hij plechtig te ruste gelegd.
Er zijn van hem 23 preken en een aantal onderrichtingen bewaard gebleven. Zijn laatste vermaning, voor hij zich definitief terugtrok, luidde: “Neemt geen deel aan theologische twisten opdat de ware leer niet in gevaar wordt gebracht. Houd vast aan de drie steunpilaren: Geloof, Liefde en Hoop, want het ware geloof is het licht van het oog en van de geest. Een mens kan slechts met het geloof zien en begrijpen. De twisten over theologische spitsvondigheden en de buitensporige uitleggingen van de Bijbel zullen slechts tot dwalingen leiden”.
De heilige Michaël de Bulgaar, werd na de doop van de heilige Wladimir met zes bisschoppen uitgezonden om het christendom in te voeren in het Russische rijk. Hij organiseerde in Kiev de doop van het gehele volk in het jaar 988‚ en werd de eerste metropoliet van Kiev, tot aan zijn dood in 992. Hij richtte ook een seminarie op en stichtte het eerste Russische klooster. Michaël predikte eveneens het christendom de twee andere grote Russische steden uit die tijd: Novgorod en Rostov. Hij is ontslapen in vrede.
De heilige maagd-martelaressen Gaiana, Rhipsime, Mania, Maria, Mariamna en nog anderen, uit Rome gevlucht voor de vervolging Diokletiaan, en tenslotte in Armenië onder veel kwellingen ter dood gebracht.
De heilige bisschoppen Aristakes, Verthanes, Houssik (Ioussik), Nerses en Sahak (Isaäk) de Grote, afstammelingen van de heilige Gregorios de Verlichter, en eveneens, zij het met onderbrekingen door vijandige vorsten, Katholikos van Armenië, van 331 tot 438.
Aristakes was de jongste zoon van Gregorios, geboren in 270. Hij was als kluizenaar gaan leven, maar werd overgehaald zich te wijden aan het missiewerk onder het nog heidense volk. Zijn vader wijdde hem bisschop en van 320 tot 327 verving hij Gregorios, die zich in de eenzaamheid teruggetrokken had. Aristakes nam deel aan het eerste Oecumenisch Concilie, te Nicea, in 325; en hij werd vermoord in 327.
Zijn broer Verthanes volgde hem op en spreidde een vurige missie-ijver ten toon. Hij wist zelfs de soldaten te bekeren, die de koningin op hem afgezonden had om hem te vermoorden. Hij is in vrede gestorven in 342.
Houssik, geboren in 304, was de jongste zoon van Verthanes. Ook hij had zich eerst aan het eenzame monastieke leven gewijd, maar werd katholikos na de dood van zijn vader. Hij kwam in conflict met de vorst, aan wie hij diens losbandig leven verweet, en werd daarom met stokken geslagen totdat hij eraan stierf, in 347.
Eerst zijn kleinzoon, Nerses, werd in 346 weer katholikos. Evenals de vorigen had hij een byzantijns-griekse opvoeding genoten in Caesarea, waar hij geboren was, en hij zette zich in voor een diepgaande hervorming van het godsdienstig en zedelijk leven. Hij deed wetten aannemen tegen bijgelovige praktijken en heidense riten, hij regelde de huwelijkswetgeving, hij organiseerde het kerkelijk onderricht, verhoogde het gezag van de Kerk in het staatswezen, wijdde vele priesters, stichtte kerken en kloosters. En op de allereerste plaats: voor de eerste maal in de geschiedenis organiseerde hij een samenhangend geheel van inrichtingen van weldadigheid: tehuizen voor daklozen, weeshuizen, leproserieën, ziekenhuizen.
Maar ook Nerses kreeg tweedracht met de vorst toen hij deze excommuniceerde na zijn weigering om een onrechtvaardig doodsvonnis te herroepen tegen diens eigen neef. Hij werd daarom afgezet tot de opvolger van de vorst hem weer terugriep in 367. Maar zes jaar later liet hij hem vergiftigen op een feest, in 373.
Weer brak een tijd van verwarring aan tot in 390 Sahak, de zoon van Nerses, katholikos werd. Intussen was Armenië grotendeels onder Perzisch bestuur geraakt, maar Sahak wist door diplomatiek optreden de kerkvervolging af te wenden, die wel in Perzië woedde. Maar vooral in het geestelijk herstelwerk onder zijn volk, toonde Sahak zijn grootheid. Het Armenisch was nog steeds uitsluitend een gesproken taal. ln de kerken werd Grieks gebruikt, of vertaald Syrisch. Sahak wist de geleerde monnik Mesrovb (zie 19 februari) te inspireren een eigen alfabet te scheppen en het vertalen te ondernemen van de Heilige Schrift, de liturgische boeken, en van vele kerkvaders. Zo bevrijdde hij de Armenische Kerk van knellende banden en baande de weg voor de ontwikkeling van een eigensoortige rijke christelijke cultuur, waarin dichters tot bloei kwamen met de verhevenste mystieke inspiratie, zoals Gregorios van Narek in de 10e eeuw. Ook Sahak werd afgezet ten gevolge van een samenzwering, maar vanuit zijn verbanning bleef hij zijn leerlingen leiden. Hij was een groot verdediger van het Concilie van Efese (431) en een bestrijder van het Nestorianisme. Hij is in vrede gestorven in 438.
Later leidden de omstandigheden ertoe dat de Armenische kerk de besluiten van het Concilie van Chalcedon (451) niet aanvaardde. Zij kwam onder de invloed van een gematigd monofysitisme, en scheidde zich af van de gemeenschap met de Orthodoxe Kerk, tot in onze dagen.
De heilige Honorius, 5e aartsbisschop van Canterbury‚ 627-653. Hij was een leerling van paus Gregorius de Grote en door deze naar Engeland gezonden in het gezelschap van de heilige Augustinus. ln 644 heeft hij de eerste engelse bisschop gewijd.
Ook nog op deze dag de heilige martelaren Antoninus uit het thebaanse legioen, ter dood gebracht in Piacenza; Leopardus, uit het dienstvolk van Juliaan de Afvallige, onthoofd te Rome; Stratonikos, onthoofd; en Victor en Ursus‚ uit het thebaanse legioen, om Christus gemarteld en onthoofd te Solothurn, in 286.
Eveneens op deze dag de heilige Ansbert, abt in de 6e eeuw; Lery‚ abt in de 7e eeuw; Lumierus, bisschop van Châlons-sur-Marne, 7e eeuw; en Victurnianus, kluizenaar.
Door de gebeden van deze en al Uw heiligen, Heer Jezus Christus onze God, ontferm U over ons en red ons. Amen.
teksten samengesteld door archimandriet Adriaan – eeuwige gedachtenis !
illustraties door matj. Johanna – eeuwige gedachtenis !
overgenomen met toestemming van het klooster St. Jan de Voorloper in Den Haag.