Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
14 september, 2022
14 september De Verheffing van het kostbaar en levenschenkend Kruis
APOSTEL
I Kor 1 : 18-24
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs,
Broeders, het woord van het kruis is wel dwaasheid voor hen die verloren gaan, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God. Want er staat geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen verloren doen gaan en het verstand van de verstandigen zal Ik tenietdoen. Waar is de wijze? Waar de schriftgeleerde? Waar de redetwister van deze wereld? Heeft God niet de wijsheid van deze wereld dwaas gemaakt? Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking hen te redden die geloven. Immers, de Joden vragen om een teken en de Grieken zoeken wijsheid; wij echter prediken Christus, de Gekruisigde, voor de Joden een aanstoot en voor de Grieken een dwaasheid. Maar voor hen die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, prediken wij Christus, Gods kracht en Gods wijsheid.
EVANGELIE
In de Metten: Jh 12 : 28-36a
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei: ‘Vader, verheerlijk Uw Naam!’ Toen kwam er een stem uit de hemel: ‘Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem opnieuw verheerlijken.’ De menigte die daar stond en dit hoorde, zei dat er een donderslag geweest was; anderen zeiden: ‘Een engel heeft tegen Hem gesproken.’ Jezus antwoordde en zei: ‘Niet om Mij heeft deze stem geklonken, maar om u. Nu is het oordeel over deze wereld; nu zal de heerser van deze wereld buitengeworpen worden. En Ik, wanneer Ik van de aarde opgeheven word, zal Ik allen naar Mij toe trekken.’ Dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven. De menigte antwoordde Hem: ‘Wij hebben uit de Wet gehoord dat de Christus tot in eeuwigheid blijft; en hoe kunt gij dan zeggen, dat de Zoon des mensen opgeheven moet worden? Wie is die Zoon des mensen?’ Jezus zei tegen hen: ‘Nog een korte tijd is het licht bij u. Ga uw weg zolang gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt; en wie in het donker loopt, weet niet waar hij heen gaat. Geloof in het licht, zolang gij het licht hebt, om kinderen van het licht te worden.’
In de Liturgie: Jh 19 : 6-11, 13-20, 25-28a, 30-35a
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
In die tijd beraadslaagden de overpriesters en oudsten tegen Jezus om Hem te doden. En zij kwamen naar Pilatus, zeggende: ‘Kruisig! Kruisig Hem!’ Pilatus zei tegen hen: ‘Neemt u Hem zelf en kruisigt Hem, want ik vind geen schuld in Hem.’ De Joden antwoordden hem: ‘Wij hebben een wet, en volgens die wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt.’ Toen Pilatus dit hoorde, werd zijn vrees nog groter, en hij ging opnieuw het rechthuis binnen en zei tegen Jezus: ‘Vanwaar bent U?’ Maar Jezus gaf hem geen antwoord. Pilatus zei dan tegen Hem: ‘Spreekt U niet tegen mij? Weet U niet dat ik macht heb om U vrij te laten, èn macht heb om U te kruisigen?’ Jezus antwoordde: ‘U zou geen enkele macht tegen Mij hebben, als zij u niet van boven gegeven was. Daarom heeft hij, die Mij aan u overgeleverd heeft, de grootste zonde begaan.’ Toen Pilatus deze woorden hoorde, bracht hij Jezus buiten en zette zich op de rechterstoel, ter plaatse genaamd Lithostrotos, in het Hebreeuws Gabbatha. Het was de dag der voorbereiding van Pasen, omstreeks het zesde uur. En hij zei tegen de Joden: ‘Zie, uw koning!’
Maar zij schreeuwden: ‘Weg met Hem! Weg met Hem! Kruisig Hem!’ Pilatus zei tegen hen: ‘Zal ik uw koning kruisigen?’ De overpriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ Toen gaf hij Hem aan hen over om gekruisigd te worden. Zij namen Jezus dan. En terwijl Hij Zelf Zijn kruis droeg, ging Hij naar buiten, naar de zogenaamde Schedelplaats, in het Hebreeuws genaamd Golgotha, waar zij Hem kruisigden en twee anderen met Hem, aan weerszijden één en Jezus in het midden. Pilatus liet ook een opschrift schrijven en op het kruis aanbrengen; er was geschreven: “Jezus van Nazareth, koning der Joden.” Velen van de Joden lazen dit opschrift, want de plaats, waar Jezus gekruisigd werd, was dichtbij de stad; en het was geschreven in het Hebreeuws, in het Latijn en in het Grieks. En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder en de zuster van Zijn moeder, Maria, de vrouw van Kleopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus Zijn moeder zag en naast haar de leerling, die Hij liefhad, zei Hij tegen Zijn moeder: ‘Vrouw, zie, uw zoon!’ Daarna zei Hij tegen de leerling: ‘Zie, je moeder!’ En van dat uur af heeft de leerling haar bij zich opgenomen. Daarna zei Jezus, – omdat Hij wist, dat nu alles volbracht was- : ‘Het is volbracht!’ En hij boog het hoofd en gaf de geest. Daar het nu de dag der voorbereiding was en de lichamen op de sabbat niet aan het kruis mochten blijven – want deze sabbat was een hoge dag – verzochten de Joden van Pilatus, dat hun benen gebroken en zij afgenomen mochten worden. De soldaten kwamen en braken de benen van de eerste, en ook van de andere, die met Hem gekruisigd waren. Maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen, dat hij reeds gestorven was, braken zij Zijn benen niet. Maar een van de soldaten doorstak Zijn zij met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit. En die het gezien heeft, heeft er van getuigd en zijn getuigenis is waarachtig.