Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
12 september, 2022
Maandag in de 14e week na Pinksteren
APOSTEL
II Kor 12 : 10-19
Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs,
Broeders, ik schep vreugde in zwakheid, in beledigingen, nood, vervolging en benauwdheid, ter wille van Christus. Want als ik zwak ben, ben ik sterk. Ik ben door te roemen dwaas geworden! Gij hebt mij daartoe gedwongen. U had me moeten aanbevelen. Ik doe immers in niets onder voor de voortreffelijkste apostelen, hoewel ik onbeduidend ben. De bewijstekenen van een apostel zijn onder u verricht, in alle volharding, in tekenen, wonderen en krachten. Want wat is er waarin gij achtergesteld zijt bij de overige kerken, dan alleen hierin dat ik u niet tot last geweest ben? Vergeef mij dit onrecht. Zie, voor de derde keer sta ik gereed om naar u toe te komen, en ik zal u niet tot last zijn. Ik zoek namelijk niet het uwe, maar uzelf. De kinderen moeten immers niet voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. Ik zal dan ook heel graag zelf de kosten dragen, ja, mij geheel ten koste geven voor uw zielen, ook al word ik, terwijl ik u meer liefheb, minder geliefd. Maar het zij zo. Ik heb u in ieder geval niet belast. Maar, listig als ik ben, heb ik u met bedrog gevangen. Heb ik u soms uitgebuit door iemand van hen die ik naar u toe gestuurd heb? Ik heb Titus aangespoord en de broeder meegezonden. Heeft Titus u soms uitgebuit? Hebben wij niet in dezelfde geest gehandeld, hebben wij niet hetzelfde spoor gevolgd? Denkt gij nu weer dat wij ons tegenover u verdedigen? Wij spreken voor het aangezicht van God in Christus; en dit alles, geliefden, tot uw opbouw.
EVANGELIE
Mk 4 : 10-23
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Markus,
In die tijd kwamen de leerlingen bij Jezus toen Hij alleen was, en met de twaalf vroegen zij Hem naar de gelijkenis van het zaad. En Hij zei tegen hen: ‘U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar de buitenstaanders ontvangen alles in gelijkenissen, opdat zij ziende zien en toch niet inzien en horende horen en toch niet begrijpen, zodat zij zich niet bekeren en hun zonden vergeven worden.’ En Hij zei tegen hen: ‘Begrijpt gij deze gelijkenis niet? Hoe zult gij dan alle andere gelijkenissen begrijpen? De zaaier is hij die het woord zaait. En er zijn sommigen bij wie het zaad langs de weg gezaaid wordt, wanneer zij het horen, komt meteen de satan en neemt het woord weg dat in hun hart gezaaid is. En anderen zijn zij bij wie op steenachtige grond gezaaid is; wanneer zij het woord horen, nemen zij het onmiddellijk met vreugde aan, maar zij hebben geen wortel in zich, zij zijn mensen van het ogenblik, en zodra er verdrukking of vervolging om het woord ontstaat, houden zij geen stand. En anderen zijn zij bij wie tussen de distels gezaaid is; dat zijn zij die het woord horen, maar de wereldse zorgen en het bedrog van de rijkdom en de begeerte naar al het andere, dringen bij hen binnen en verstikken het woord, en het blijft zonder vrucht. En degenen bij wie in goede grond gezaaid is, zijn zij die het woord horen en aanvaarden en vrucht dragen, deels dertig-, deels zestig- en deels honderdvoud.’ Ook zei Hij tegen hen: ‘De lamp wordt toch niet binnengebracht om onder de korenmaat of onder het bed gezet te worden? Is het niet om op de kandelaar gezet te worden? Want niets is verborgen dat niet geopenbaard zal worden; en niets gebeurt in het geheim dat niet aan het licht zal komen. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’