12e Zondag na Pinksteren – De rijke jongeman

APOSTEL

I Kor 15 : 1-11

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs,

Broeders, ik maak u het Evangelie bekend, dat ik u heb verkondigd, dat gij ook hebt aangenomen, waarin gij ook staat, waardoor gij ook gered wordt, als gij eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat gij tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb u als eerste en belangrijkste doorgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus gestorven is voor onze zonden, volgens de Schriften, en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, volgens de Schriften, en dat Hij verschenen is aan Kefas, en vervolgens aan de twaalf. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen. Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als het ware aan een ontijdig geborene. Ik ben immers de minste van de apostelen, die niet waard ben een apostel genoemd te worden, omdat ik Gods kerk vervolgd heb. Maar door de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade voor mij is niet tevergeefs geweest. Integendeel, ik heb mij meer ingespannen dan zij allen; echter niet ik, maar de genade van God, die met mij is. Of ik het dan ben of zij, zó prediken wij en zó hebt gij geloofd.

EVANGELIE

In de Metten: het 1e opstandingsevangelie Mt 28 : 16-20

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

In die tijd trokken de elf leerlingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen ontboden had. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden. Jezus kwam naar hen toe en sprak tot hen zeggend: ‘Mij is gegeven alle macht in de hemel en op aarde. Ga heen, maak alle volken tot Mijn leerlingen en doop hen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; en leer hun alles te onderhouden wat Ik jullie geboden heb. En zie, Ik ben met jullie alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld.’ Amen.

In de Liturgie: Mt 19 : 16-26

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

In die tijd kwam er een jongeman naar Jezus toe, die tegen Hem zei: ‘Goede Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwig leven te verkrijgen?’ Hij zei tegen hem: ‘Waarom noemt gij Mij goed? Niemand is goed behalve Eén, en dat is God. Maar als gij het leven wilt binnengaan, onderhoud dan de geboden.’ Hij vroeg Hem: ‘Welke?’ Jezus zei: ‘Deze:
Gij zult niet doden; gij zult geen overspel plegen; gij zult niet stelen; gij zult geen vals getuigenis afleggen; eer uw vader en uw moeder en gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.’
En de jongeman zei tegen Hem: ‘Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af, wat ontbreekt mij nog?’ Jezus zei tegen hem: ‘Als ge volmaakt wilt zijn, ga dan heen, verkoop wat gij bezit, en geef de opbrengst aan de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel, en kom dan terug en volg Mij.’ Toen de jongeman dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg, want hij had veel bezittingen. En Jezus zei tegen Zijn leerlingen: ‘Amen, Ik zeg u, dat het moeilijk is voor een rijke om het Koninkrijk der hemelen binnen te gaan. Ik zeg het u nog eens: Het is gemakkelijker dat een kameel door het oog van een naald gaat, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat.’ Toen Zijn leerlingen dit hoorden, stonden zij versteld en zeiden: ‘Wie kan dan gered worden?’ En Jezus keek hen aan en zei: ‘Voor mensen is dat onmogelijk, maar voor God is alles mogelijk.’