Dinsdag in de 11e week na Pinksteren

APOSTEL

II Kor 2 : 14-3:3

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Korinthiërs,

Broeders, God zij dank, Die ons in Christus altijd doet triomferen en door ons de geur van Zijn kennis op iedere plaats openbaar maakt. Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, zowel onder hen die worden gered als onder hen die verloren gaan. Voor de laatsten is het een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een geur van leven, die leven schenkt. Wie is geschikt voor deze taak? Want wij zijn niet als zo veel anderen, die het woord Gods prediken uit winstbejag, maar wij spreken erover in oprechtheid, in opdracht van God, voor Gods aangezicht, in Christus. Beginnen wij onszelf weer aan te bevelen? Of hebben wij, zoals sommige anderen, aanbevelingsbrieven voor u of van u nodig? Gij zijt onze brief, geschreven in ons hart, gekend en gelezen door alle mensen. Het is immers duidelijk geworden dat gij een brief van Christus zijt, door ons opgesteld, geschreven niet met inkt, maar met de Geest van de levende God, niet gegrift in stenen tafelen, maar in tafelen van vlees, in de harten.

EVANGELIE

Mt 23 : 23-28

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

De Heer zei tegen de Joden die bij Hem gekomen waren: ‘Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want gij geeft tienden van munt, dille en komijn, en gij laat het belangrijkste van de wet na: het recht, de barmhartigheid en de trouw. Deze dingen zou men moeten doen en de andere niet nalaten. Blinde leiders, die een mug uitzift, maar een kameel doorslikt. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want gij reinigt de buitenkant van bekers en schotels, maar van binnen zijt gij vol roofzucht en ongerechtigheid. Blinde Farizeeër, reinig eerst de binnenkant van bekers en schotels, dan zullen ze ook van buiten rein worden. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want gij zijt als de witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi lijken, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo lijkt gij ook van buiten voor de mensen wel rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en wetteloosheid.’