Zaterdag in de 10e week na Pinksteren

APOSTEL

Rom 15 : 30-33

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Romeinen, 

Broeders, ik roep u ertoe op, door onze Heer Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij, dat ik verlost mag worden van de ongehoorzamen in Judea en dat mijn dienstbetoon aan Jeruzalem, de heiligen welgevallig is, zodat ik met blijdschap naar u toe kom door de wil van God en bij u tot rust zal komen. De God van de vrede zij met u allen. Amen

EVANGELIE

Mt pericoop 73  (Mt 17 : 24-18 : 4)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs, 

In die tijd gingen de inners van de twee drachmen naar Petrus toe en zeiden: ‘Betaalt uw Meester de twee drachmen niet?’ Hij zei: ‘Jawel.’ En toen hij in het huis gekomen was, was Jezus hem voor en zei: ‘Wat dunkt u, Simon? De koningen van de aarde, van wie innen zij tol of belasting? Van hun eigen zonen of van anderen?’ Petrus zei tegen Hem: ‘van anderen.’ Jezus zei tegen hem: ‘Dan zijn de zonen dus vrijgesteld. Maar om hun geen aanstoot te geven, ga naar de zee, werp een vishaak uit, en grijp de eerste vis die bovenkomt. Doe zijn bek open en gij zult een munt vinden van vier drachmen. Neem die en geeft die aan hen voor Mij en voor u.’ Op dat moment kwamen de leerlingen aan Jezus vragen: ‘Wie is toch de grootste in het Koninkrijk der hemelen?’ En Jezus riep een kind bij Zich en zette dat in hun midden. En Hij zei: ‘Amen, Ik zeg u: Als gij niet verandert en wordt als een kind, zult gij het Koninkrijk der hemelen zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen.’