Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
13 februari, 2021 - 14 februari, 2021
APOSTEL
Pericoop 156 (I Cor 14 : 20-25)
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, word in uw denken niet als kinderen. Wees kinderen in het kwaad, maar word in uw denken volwassen. In de wet staat geschreven: ‘Ik zal tot dit volk spreken door mensen die een andere taal spreken, en door de mond van vreemdelingen, en ook dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heer.’
Zo zijn de talen dus tot een teken niet voor gelovigen, maar voor ongelovigen, maar de profetie niet voor ongelovigen, maar voor gelovigen. Wanneer namelijk de kerk in haar geheel samenkomt, en allen in talen spreken, en er komen buitenstaanders of ongelovigen binnen, zullen zij dan niet zeggen dat gij buiten zinnen zijt? Maar als allen profeteren, en er komt een ongelovige of buitenstaander binnen, dan zal die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo komt het verborgene van zijn hart aan het licht, en dan zal hij zich met zijn gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en belijden dat God werkelijk in uw midden is.
EVANGELIE
Lc – pericoop 84 (Lc 17 : 3-10)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,
De Heer zei: ‘Let goed op jezelf! Als je broeder zondigt, bestraf hem, en als hij berouw toont, vergeef hem. Zelfs als hij zevenmaal per dag tegen je zondigt en zevenmaal naar je terugkomt en zegt: “Ik heb er spijt van,” moet je hem vergeven.’ En de apostelen zeiden tegen de Heer: ‘Vermeerder ons geloof.’ De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen deze moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee,” en hij zou jullie gehoorzamen. Wie van jullie die een knecht heeft die voor hem ploegt of zijn kudde weidt, zal als hij van het land thuiskomt, zeggen: “Kom meteen aan tafel aanliggen?” Zal hij niet veel eerder tegen hem zeggen: “Maak mijn maaltijd klaar, omgord je en bedien me totdat ik gegeten en gedronken heb; daarna kun je zelf eten en drinken?” Hij bedankt die knecht toch niet omdat hij gedaan heeft wat hem was opgedragen? Ik denk het niet. Zo moeten ook jullie zeggen, wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen: “Wij zijn maar onnutte knechten, want we hebben slechts onze plicht gedaan.”’