Zaterdag in de 6e week na Pinksteren

APOSTEL

Rom 9 : 1-5

Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,

Broeders, ik spreek de waarheid in Christus, ik lieg niet en mijn geweten getuigt mee door de Heilige Geest, dat ik diepbedroefd ben, en een voortdurende smart in mijn hart draag. Want ik zou zelf wel wensen vervloekt te zijn, weg van Christus, ten gunste van mijn broeders, mijn familieleden wat het vlees betreft. Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot zonen, de heerlijkheid, de verbonden, de wetgeving, de eredienst en de beloften. Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is boven alles, en gezegend tot in eeuwigheid. Amen!

EVANGELIE

Mt 9 : 18-26

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,

In die tijd kwam er een voorname man naar Jezus, die voor Hem neerviel en zei: ‘Mijn dochter is zojuist gestorven, maar kom, leg Uw hand op haar, en zij zal leven.’ En Jezus stond op en volgde hem met Zijn leerlingen. En zie, een vrouw die al twaalf jaar aan bloedvloeiingen leed, kwam van achteren naar Hem toe en raakte een kwast van zijn bovenkleed aan; want zij zei bij zichzelf, als ik slechts zijn bovenkleed aanraak, zal ik gezond worden. Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: ‘Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u gered.’ En de vrouw was vanaf dat moment gezond. Toen nu Jezus in het huis van die voorname man kwam en de fluitspelers en de luid weeklagende menigte zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga hier weg, want het meisje is niet gestorven, maar het slaapt.’ En zij lachten Hem uit. Toen de menigte weggestuurd was, ging Hij naar binnen en pakte haar bij de hand; en het meisje stond op. En dat nieuws verspreidde zich door die gehele streek.