Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
22 juni, 2022
Woensdag in de 2e week na Pinksteren
APOSTEL
Rom 4 : 13-25
Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,
Broeders, niet door de wet ontvingen Abraham of zijn nageslacht de belofte dat ze de wereld zouden beërven, maar door de gerechtigheid van het geloof. Immers, als zij die uit de wet zijn, erfgenamen zijn, is het geloof zonder inhoud geworden en is de belofte ontkracht. De wet brengt immers toorn teweeg, want waar geen wet is, is ook geen overtreding. Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zou gelden voor het hele nageslacht, niet alleen voor wie uit de wet is, maar ook voor wie uit het geloof van Abraham is, die de vader van ons allen is, zoals geschreven staat:
Ik heb u tot een vader van vele volken gemaakt.
Voor het aangezicht van Hem in Wie hij geloofd heeft, namelijk God, Die de doden levend maakt, en de dingen die niet zijn, roept alsof zij zijn. Tegen alle hoop in heeft hij gehoopt, en geloofd dat hij een vader van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was:
Zo zal uw nageslacht zijn.
En zijn geloof verzwakte niet, hij heeft er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was – hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moederschoot van Sara verstorven was. Hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. Hij was er ten volle van overtuigd dat God bij machte was te doen wat Hij had beloofd. Daarom is het hem tot gerechtigheid gerekend. Nu is het niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem toegerekend is, maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heer, uit de doden heeft opgewekt, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging.
EVANGELIE
Mt 7 : 21-23
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
De Heer zei: ‘Niet iedereen die ‘Heer, Heer’ tegen Mij zegt, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heer, Heer, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, gij werkers van wetteloosheid.’