Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
9 februari, 2021 - 10 februari, 2021
Pericoop 222 (Ef 2 : 19-3:7)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Efeziërs,
Broeders, gij zijt niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is. Vanuit Hem groeit het hele gebouw, hecht samengevoegd, tot een heilige tempel in de Heer; uit Wie ook gij mede gebouwd wordt tot een plaats waar God woont, in de Geest. Om deze reden bid ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt. Gij hebt toch gehoord van de bediening van Gods genade die aan mij gegeven is ten behoeve van u. Hij heeft mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt (waarover ik eerder in het kort geschreven heb). Aan de hand daarvan kunt gij, als gij dit leest, een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus. Het is aan vorige generaties van de zonen der mensen niet bekendgemaakt, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten in de Geest: dat de heidenen mede-erfgenamen, mede-ingelijfden en mede-deelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie. Van dat Evangelie ben ik een dienaar geworden, door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door Zijn kracht die in mij werkt.
EVANGELIE
Mc – pericoop 50 (Mc 11 : 11-23)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd trok Jezus Jeruzalem in en ging naar de tempel. En nadat Hij alles in ogenschouw had genomen, ging Hij, omdat het al laat geworden was, met de twaalf de stad uit naar Bethanië. Toen zij de volgende morgen uit Bethanië vertrokken, kreeg Hij honger. En toen Hij in de verte een vijgenboom zag die in blad stond, ging Hij er heen om te zien of Hij er iets aan kon vinden. Maar erbij gekomen, vond hij niets dan bladeren, want het was de tijd niet voor vijgen. Toen zei Jezus tegen de boom: ‘Laat niemand meer vruchten van je eten in eeuwigheid!’ En Zijn leerlingen hoorden het. Zij kwamen weer in Jeruzalem en Hij ging de tempel binnen, en Hij begon hen die in de tempel verkochten en kochten, weg te jagen. Hij wierp de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver; en Hij liet niet toe dat iemand enig voorwerp door de tempel droeg. En Hij onderrichtte hen en zei: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken?” Maar u hebt er een rovershol van gemaakt.’ De schriftgeleerden en hogepriesters hoorden dit en zij zochten naar een mogelijkheid om Hem om het leven te brengen, want zij waren bang voor Hem, omdat de heel de menigte verteld stond van Zijn onderricht. En toen het avond werd, ging Hij weg, de stad uit. En toen zij ’s morgens vroeg langs de vijgenboom kwamen, zagen zij dat die tot op de wortel verdord was. En Petrus herinnerde zich wat er gebeurd was, en zei tegen Hem: ‘Rabbi, kijk de vijgenboom, die U vervloekt hebt, is verdord.’ En Jezus zei tegen hen: ‘Heb geloof in God. Amen, Ik verzeker jullie: Wanneer iemand tegen deze berg zou zeggen: “Hef je op en werp je in zee”, en niet zou twijfelen in zijn hart, maar geloven dat wat hij zegt, zal gebeuren, dan zal gebeuren wat hij zegt.’
APOSTEL
Pericoop 316 (Hebr 7 : 7-17)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Hebreeën,
Broeders, het is ontegenzeglijk zo dat wat minder is, gezegend wordt door wat meer is. En hier nemen sterfelijke mensen tienden, maar daar nam iemand ze van wie getuigd wordt dat hij leeft. En – om zo te zeggen – ook Levi, die tienden neemt, heeft door Abraham tienden gegeven. Want hij was nog in het lichaam van zijn vader, toen Melchizedek hem tegemoet ging. Als dan door het Levitische priesterschap de volmaaktheid bereikt had kunnen worden – want onder dit priesterschap had het volk de wet ontvangen – waarom was het dan nog nodig dat er een andere Priester volgens de ordening van Melchizedek zou opstaan, Eén van Wie niet gezegd kan worden dat Hij volgens de ordening van Aäron was? Als het priesterschap verandert, vindt er immers ook noodzakelijkerwijs een verandering van de wet plaats. Want Hij van Wie deze dingen gezegd worden, behoort tot een andere stam, waarvan niemand zich ooit tot de altaardienst begeven heeft. Het is immers duidelijk dat onze Heer van Juda afstamt, over welke stam Mozes niets gezegd heeft in verband met het priesterschap. En dit wordt nog veel duidelijker, als er naar het evenbeeld van Melchizedek een andere Priester opstaat, Die dat niet geworden is op grond van een wettelijk voorgeschreven afstamming, maar uit kracht van onvergankelijk leven. Hij getuigt immers: Gij zijt Priester in eeuwigheid, volgens de ordening van Melchizedek.
EVANGELIE
Lc – pericoop 7 (Lc 2 : 22-40)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,
In die tijd brachten Zijn ouders het kind Jezus naar Jeruzalem om Hem de Heer voor te stellen, zoals geschreven staat in de Wet des Heren: Al het eerstgeborene van het mannelijk geslacht zal de Heer geheiligd zijn; en om een offer te brengen naar hetgeen in de Wet des Heren gezegd wordt, een paar tortelduiven of twee jonge duiven. En zie, er was een man te Jeruzalem met name Simeon, en deze man was rechtvaardig en godvrezend en verwachtte de vertroosting van Israël, en de Heilige Geest was op hem. En door de Heilige Geest was hem geopenbaard, dat hij de dood niet zou zien, voordat hij de Gezalfde des Heren aanschouwd had. Hij kwam dan door de Geest in de tempel. En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met Hem te doen volgens het gebruik der Wet, nam ook hij het in de armen, en hij loofde God en zeide: Nu laat Gij, Heer, Uw dienaar in vrede heengaan volgens Uw woord, want mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volkeren: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid van Uw volk Israël.
En zijn vader en moeder waren verwonderd over hetgeen van Hem gezegd werd. En Simeon zegende Hem en zeide tot zijn moeder Maria: Zie, Deze is gesteld tot val en tot opstanding van velen in Israël en tot een teken, dat tegengesproken zal worden. Ja, ook uzelf zal een zwaard door de ziel gaan, opdat de gedachten van vele harten openbaar worden. Daar was ook een profetes, Anna, een dochter Fanuël, uit de stam van Aser; zij was nu ver op haar dagen gekomen, nadat zij zeven jaar sedert haar huwelijksdag met haar man geleefd had. En zij was nu weduwe en bijna vier en tachtig jaar oud; zij week niet van de tempel en diende God met vasten en bidden, dag en nacht. En juist op dat uur trad zij nader en loofde God en sprak over Hem tot allen, die de verlossing van Jeruzalem verwachtten. Toen zij nu alles wat de Wet des Heren voorschreef, volbracht hadden, keerden zij terug naar Galilea, naar hun stad Nazareth. En het kind groeide op en werd sterk en vervuld met wijsheid, en de genade Gods was op Hem.