Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
1 juni, 2022
Woensdag in de 6e week van Pascha – Teruggave van Pascha
APOSTEL
Hand 18:22-28
Lezing uit de Handelingen der Apostelen,
In die dagen toen Paulus in Caesarea aankwam, ging hij aan land, en na de kerk gegroet te hebben, ging hij naar Antiochië. En nadat hij daar enige tijd geweest was, vertrok hij en reisde vervolgens door het land van Galatië en Frygië en hij versterkte alle leerlingen. En een zekere Jood, die Apollos heette, een Alexandriër van afkomst, een geleerd man, die kundig was op het gebied van de Schriften, kwam in Efeze aan. Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en, vurig van geest, sprak hij over de Heer en zette zorgvuldig alles over Hem uiteen, maar hij wist alleen van de doop van Johannes. En hij begon vrijmoedig te spreken in de synagoge. En toen Aquila en Priscilla hem gehoord hadden, namen zij hem terzijde en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit. En toen hij naar Achaje wilde doorreizen, bemoedigden de broeders hem en schreven aan de leerlingen dat zij hem moesten ontvangen. En toen hij daar gekomen was, was hij een grote steun voor hen die door de genade geloofden; want krachtig overtuigde hij de Joden in het openbaar door uit de Schriften te bewijzen dat Jezus de Christus is.
EVANGELIE
Jh 12:36-47
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei tegen de Joden die bij Hem gekomen waren: ‘Geloof in het licht, zolang gij het licht hebt, om kinderen van het licht te zijn.’ Dit sprak Jezus, en Hij ging weg en verborg Zich voor hen. Maar hoewel Hij zoveel tekenen voor hun ogen gedaan had, geloofden zij niet in Hem, zodat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd, dat hij gesproken heeft:
Heer, wie heeft onze prediking geloofd? En aan wie is de arm van de Heer geopenbaard?
Daarom konden zij niet geloven, want Jesaja heeft ook gezegd:
Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, opdat zij met hun ogen niet zouden zien en met hun hart niet inzien, en zich bekeren en Ik hen zou genezen.
Dit heeft Jesaja gezegd, toen hij Zijn heerlijkheid zag en over Hem sprak. En toch geloofden ook velen van de oversten in Hem, maar vanwege de Farizeeën kwamen zij er niet openlijk voor uit, om niet uit de synagoge gebannen te worden. Want zij gaven meer om de eer van de mensen dan om de eer van God. En Jezus riep zeggend: ‘Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Míj maar in Hem Die Mij gezonden heeft. En wie Mij ziet, ziet Hem Die Mij gezonden heeft. Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet in de duisternis blijft. En als iemand Mijn woorden hoort en niet gelooft, veroordeel Ik hem niet, want Ik ben niet gekomen om de wereld te veroordelen, maar om de wereld te redden.’