Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
7 februari, 2021 - 8 februari, 2021
Prokimen toon 7 (ps. 28) De Heer schenkt zijn volk kracht; de Heer zegent zijn volk met vrede. Offer de Heer, zonen van God, offer de Heer jonge rammen. Offer de Heer glorie en eer.
APOSTEL
Pericoop 181 (II Cor 6 : 1-10)
Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, als Gods medewerkers sporen wij u dan ook aan: zorg dat gij de genade van God niet tevergeefs hebt ontvangen. Want Hij zegt: ‘In de tijd van het welbehagen heb Ik U verhoord, en op de dag van het heil heb Ik U geholpen.’ Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil! Om het dienstwerk niet te schaden, geven wij niemand ook maar enige aanstoot. Maar in alles bewijzen wij onszelf als dienaars van God, in veel volharding: in verdrukkingen, in nood, in benauwdheden, onder lijfstraffen, in gevangenschap, onder volkswoede, onder zware inspanningen, in doorwaakte nachten, in vasten, in reinheid, in kennis, in geduld, in vriendelijkheid, in de Heilige Geest, in ongeveinsde liefde, in het woord van de waarheid, in de kracht van God, door de wapens van de gerechtigheid aan de rechter- en aan de linkerzijde; door eer en oneer, door kwaad gerucht en goed gerucht; als misleiders en toch waarachtigen; als onbekenden en toch bekend; als stervenden, en zie, wij leven; als bestraft en toch niet gedood; als bedroefden, maar toch steeds blij; als armen, maar die toch velen rijk maken; als mensen die niets hebben en toch alles bezitten.
Prokimen toon 7 (ps. 63) De rechtvaardige zal zich verblijden in de Heer, en op Hem vertrouwen. God, verhoor mijn gebed, als ik mij tot U richt.
Pericoop 99 (Rom 8 : 28-39)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,
Broeders, wij weten dat alle dingen meewerken ten goede voor hen die God liefhebben en die overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt. Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen de uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt. Wie is het die veroordeelt? Christus is het Die gestorven is, ja wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook aan de rechterhand van God is, Die ook voor ons pleit. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard? Zoals geschreven staat: Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen. Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heer.
❖❖❖
Alleluja toon 2 (ps. 91)
De rechtvaardige zal bloeien als een palmboom, als een ceder van de Libanon zal hij uitgroeien. Geplant in het huis des Heren, zullen zij bloeien in de voorhoven van onze God.
EVANGELIE
in de Metten: Jh pericoop 65-a – het tweede Opstandingsevangelie
Mc pericoop 70 (Mc 16 : 1-8)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
Toen nu de sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om Hem te gaan zalven. En heel vroeg op de eerste dag van de week gingen zij naar het graf, toen de zon opging. Zij zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen van de ingang van het graf afwentelen?’ Maar toen zij opkeken, bemerkten zij, dat de steen was afgewenteld, want hij was zeer groot. En toen zij het graf binnengingen, zagen zij een jongeman aan de rechterkant zitten in een wit gewaad gekleed, en zij schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: ‘Schrik niet. Jullie zoeken Jezus de Nazarener, Die gekruisigd is. Hij is opgewekt, Hij is hier niet, zie de plaats, waar zij Hem neergelegd hadden. Maar ga heen en zeg tegen Zijn leerlingen en tegen Petrus, dat Hij jullie voorgaat naar Galilea; daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie gezegd heeft.’ En zij gingen naar buiten en vluchtten weg van het graf, want zij waren met schrik en ontzetting bevangen. En zij zeiden niemand iets, want zij waren bevreesd.
in de Liturgie: Mt – pericoop 105 (Mt 25 : 14-30)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
De Heer vertelde de volgende gelijkenis: ‘Een man vertrok naar het buitenland en hij riep zijn dienaren en vertrouwde hun zijn vermogen toe. Aan de één gaf hij vijf talenten, aan een ander twee en aan weer een ander één, ieder naar zijn bekwaamheid, en daarna ging hij meteen op reis. Hij nu, die de vijf talenten ontvangen had, ging op weg, dreef er handel mee en verdiende er vijf bij. Evenzo verdiende ook degene die er twee ontvangen had, er nog twee bij. Maar hij die er één ontvangen had, ging heen, groef een kuil in de grond en verborg het geld van zijn heer. En na lange tijd kwam de heer van die knechten terug en hield afrekening met hen. En degene die vijf talenten ontvangen had, kwam naar voren, overhandigde hem nog vijf talenten, zeggend: Heer, vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie, daarmee heb ik nog vijf talenten verdiend. Zijn heer zei tegen hem: Zeer goed, gij goede en trouwe knecht! Over weinig zijt gij trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; kom delen in de vreugde van uw heer. En ook degene die de twee talenten ontvangen had, kwam naar voren en zei: Heer, gij hebt mij twee talenten gegeven; zie, daarmee heb ik nog twee
talenten verdiend. Zijn heer zei tegen hem: Zeer goed, gij goede en trouwe knecht! Over weinig zijt gij trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; kom delen in de vreugde van uw heer. Toen kwam ook degene die één talent ontvangen had naar voren en zei: Heer, ik kende u als een streng persoon, die oogst, waar gij niet gezaaid hebt, en verzamelt, waar gij niet hebt uitgestrooid. Daarom ben ik bevreesd heengegaan en heb uw talent in de grond begraven. Hier hebt gij het uwe terug.
Maar zijn heer gaf hem ten antwoord: Gij slechte en luie knecht, gij wist dus, dat ik oogst, waar ik niet gezaaid heb, en dat ik verzamel, waar ik niet heb uitgestrooid? Dan hadt gij mijn geld bij de bankiers moeten brengen, en zou ik bij mijn terugkomst het mijne met rente teruggekregen hebben. Neem hem daarom het talent af en geef het aan hem, die de tien talenten heeft. Want aan hem die heeft, zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar van hem die dat niet heeft, zal ook hetgeen hij heeft, afgenomen worden. En werp die nutteloze knecht in de uiterste duisternis. Daar zal gejammer zijn en tandengeknars.’ Toen Hij dit gezegd had, riep Hij: Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.
Lc – pericoop 106 (Lc 21 : 12-19)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,
De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘wees op je hoede voor de mensen, want zij zullen de handen aan jullie slaan en jullie vervolgen, en jullie overleveren aan synagogen en gevangenissen, en jullie voorleiden aan koningen en gouverneurs omwille van Mijn Naam. En dit zal ertoe leiden dat jullie zullen getuigen. Neem je dan in je hart voor om niet van tevoren te bedenken hoe je je zult verdedigen, want Ik zal jullie woorden van wijsheid geven, die al je tegenstanders niet kunnen weerspreken of weerstaan. En jullie zullen zelfs uitgeleverd worden door ouders, verwanten, vrienden en broers, en zij zullen sommigen van jullie ter dood brengen; en je zult door allen gehaat worden omwille van Mijn Naam. Maar geen haar van jullie hoofd zal verloren gaan. Door jullie volharding zullen jullie je leven behouden.