Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
10 mei, 2022
Dinsdag in de 3e week van Pascha
APOSTEL
Hand 8 : 5-17
Lezing uit de Handelingen der Apostelen,
In die dagen daalde Filippus af naar een stad van Samaria en predikte hun Christus. En de menigten hielden zich eensgezind aan wat door Filippus gezegd werd, omdat zij luisterden en de tekenen zagen die hij deed. Want bij velen die onreine geesten hadden, gingen die er onder luid schreeuwen uit; en veel verlamden en kreupelen werden genezen. En er ontstond grote blijdschap in die stad. En een zeker man, van wie de naam Simon was, bedreef reeds hiervoor in de stad magie en deed het volk van Samaria versteld staan, terwijl hij van zichzelf zei dat hij een groot man was. Allen, van klein tot groot, hingen hem aan en zeiden: Deze man is de grote kracht van God. En zij hingen hem aan, omdat hij hen lange tijd met magische kunsten versteld had doen staan. Maar toen zij Filippus geloofden, die het Evangelie van het Koninkrijk van God en van de Naam van Jezus Christus verkondigde, werden zij gedoopt, zowel mannen als vrouwen. En Simon geloofde zelf ook en nadat hij gedoopt was, bleef hij voortdurend bij Filippus; en toen hij de krachten en tekenen zag die er gebeurden, stond hij versteld. Toen de apostelen die in Jeruzalem waren, hoorden dat Samaria het Woord van God aangenomen had, stuurden zij Petrus en Johannes naar hen toe, en toen die aangekomen waren, baden zij voor hen dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. (Want Hij was nog op niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de Naam van de Heer Jezus.) Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest.
EVANGELIE
Jh 6 : 27-33
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei tegen de Joden die bij Hem gekomen waren: ‘Werk niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u geven zal; want op Hem heeft God, de Vader, Zijn zegel gedrukt.’ Zij zeiden tegen Hem: ‘Wat moeten wij doen, om de werken van God te verrichten?’ Jezus antwoordde en zei tegen hen: ‘Dit is het werk Gods: dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft.’ Zij zeiden tegen Hem: ‘Wat voor teken doet Gij dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat doet Gij? Onze vaderen hebben manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven staat: Brood uit de hemel gaf Hij hun te eten.’ Jezus zei tegen hen: ‘Amen, amen, Ik zeg u: Niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. Want het brood van God is Hij, Die uit de hemel neerdaalt en Die aan de wereld leven geeft.’