Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
2 maart, 2022
Woensdag in de Zuivelweek
op de woensdag en de vrijdag in deze week is er geen Goddelijke Liturgie, en zijn er daarmee ook geen lezingen uit de Apostel en het Evangelie voor deze dag vastgesteld. Wel zijn er Oud-testamentische lezingen in het zesde uur en in de Vespers:
6e uur
Joël 2, 12-26
Zo spreekt de Heer:
bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. En scheur uw hart en niet uw kleren. Bekeer u tot de Heer, uw God,
want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en rijk aan ontferming, en Hij heeft berouw over het kwaad. Wie weet zal Hij Zich omkeren en berouw hebben,
zodat Hij een zegen achter Zich overlaat: een graanoffer en een plengoffer voor de Heer, uw God. Blaas de bazuin in Sion, kondig een vastentijd af,
roep een bijzondere samenkomst bijeen. Verzamel het volk, heilig de gemeente, breng de oudsten bijeen, verzamel de kleine kinderen en de zuigelingen.
Laat de bruidegom uit zijn binnenkamer gaan, de bruid uit haar slaapkamer. Laten de priesters, de dienaren van de Heer, wenen tussen de voorhal en het altaar,
en laten zij zeggen: Spaar Uw volk, Heer, geef Uw erfelijk bezit niet over aan smaad, zodat de heidenvolken over hen zouden heersen.
Waarom zouden ze onder de volken zeggen: Waar is hun God? Toen nam de Heer het op voor Zijn land, en Hij spaarde Zijn volk.
De Heer antwoordde en zei tegen Zijn volk: Zie, Ik zend u koren, wijn en olie, zodat u ermee verzadigd wordt.
Ik zal u niet meer overgeven als voorwerp van smaad onder de heidenvolken. Ik zal die uit het noorden ver van u wegdoen. Ik verdrijf hem naar een waterloos land,
zijn voorhoede naar de zee in het oosten, zijn achterhoede naar de zee in het westen. Zijn stank zal opstijgen, zijn walm zal opstijgen, want de Heer heeft grote dingen gedaan.
Wees niet bevreesd, land, verheug u en wees blij, want de Heer heeft grote dingen gedaan. Wees niet bevreesd, dieren van het veld, want de weiden van de woestijn worden groen,
de bomen dragen hun vrucht, de vijgenboom en de wijnstok geven hun opbrengst.
En gij, kinderen van Sion, verheug u en wees blij in de Heer, uw God, want Hij heeft u voedsel gegeven te rechter tijd, en Hij zal regen op u doen neerdalen, vroege regen en late regen zoals tevoren. De dorsvloeren zullen vol koren zijn, de perskuipen stromen over van wijn en olie. Ik zal u de jaren vergoeden die de veldsprinkhaan, de jonge sprinkhaan,
de zwermsprinkhaan en de treksprinkhaan hebben opgegeten, Mijn grote leger, dat Ik op u had afgestuurd. Dan zult gij overvloedig en tot verzadiging eten, en de Naam van de Heer, uw God, loven, Die wonderlijk met u heeft gehandeld. Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden.
In de Vespers
Joël 4 : 12-21
Zo spreekt de Heer:
Laat de heidenvolken opgewekt worden en oprukken naar de vallei van Josafat, want daar zal Ik zitten om te berechten alle heidenvolken van rondom! Sla de sikkel erin, want de oogst is rijp.
Kom en treed de wijnpers, want deze is vol. De perskuipen stromen over, want hun kwaad is groot. Luide klanken weerklinken in het dal van het gericht, want de dag van de Heer is nabij
in het dal van het gericht. Zon en maan worden in zwart gehuld en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. De Heer zal vanaf Sion roepen en vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken,
zodat hemel en aarde zullen beven. Maar de Heer zal Zijn volk sparen en de zonen van Israël zal Hij kracht schenken.
Dan zult gij weten dat Ik, de Heer, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal heilig zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken. Op die dag zal het geschieden
dat de bergen van jonge wijn zullen druipen, de heuvels van melk zullen stromen, en alle waterbronnen van Juda zullen overlopen van water.
Een bron zal uit het huis des Heren ontspringen, die het dal der biezen zal bevochtigen. Egypte zal worden tot een woestenij, Idumea zal worden tot een woeste vlakte door het onrechtmatig geweld tegen de zonen van Juda: want in hun land hebben zij onschuldig bloed vergoten. Maar Judea zal voor eeuwig bewoond blijven, Jeruzalem van geslacht op geslacht.
Ik zal hun bloed wreken, en niet ongestraft laten. En de Heer zal wonen in Sion.