APOSTEL

Jak 3 : 1-10

Lezing uit de brief van de heilige apostel Jakobus,

Broeders, gij moet niet allemaal leermeesters willen zijn. Gij weet immers dat wij dan een strenger oordeel zullen ontvangen. Want wij struikelen allen in veel opzichten. Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, die bij machte is om ook het hele lichaam in toom te houden. Zie, wij leggen de paarden een bit in de mond, opdat ze ons zouden gehoorzamen, en wij sturen daarmee heel hun lichaam. Zie, ook de schepen, al zijn ze nog zo groot en worden ze door harde winden voortgedreven, ze worden gestuurd door een zeer klein roer, waarheen de stuurman ook maar kiest en wil. Zo is ook de tong een klein lichaamsdeel, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen. Zie eens hoe een klein vuur een groot bos in brand steekt. Ook de tong is een vuur, een wereld van ongerechtigheid. Zo staat het met de tong onder onze lichaamsdelen. Ze besmet het hele lichaam, en zet het rad van het leven in vlam, en ze wordt zelf door de Gehenna in vlam gezet. Want elke natuur, zowel van wilde dieren en vogels als van kruipende dieren en zeedieren, wordt getemd en is getemd door de menselijke natuur. Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif. Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.

EVANGELIE

Mk 6 : 1-7

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Markus,

In die tijd kwam Jezus in Zijn vaderstad en Zijn leerlingen volgden Hem. En toen de sabbat was aangebroken, begon Hij onderricht te geven in de synagoge. Veel toehoorders stonden verbaasd en zeiden: ‘Waar heeft Hij dat vandaan? Wat is dit voor wijsheid die Hem gegeven is, dat zelfs zulke krachten door Zijn handen gebeuren? Is dit niet de timmerman, de zoon van Maria, de broer van Jakobus en Joses en van Judas en Simon? En wonen ook Zijn zusters hier niet bij ons?’ En zij namen aanstoot aan Hem. En Jezus zei tegen hen: ‘Een profeet is nergens ongeëerd behalve in zijn vaderstad, onder zijn verwanten en in zijn huis.’ En Hij kon daar geen enkele krachtige daad doen, behalve dat Hij enkele zieken door handoplegging genas. En Hij verwonderde Zich over hun ongeloof. En Hij trok rond door de omliggende dorpen, en gaf onderricht. En Hij riep de twaalf bij Zich en begon hen twee aan twee uit de zenden en Hij gaf hun macht over de onreine geesten.