Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
24 januari, 2022
APOSTEL
Jak 2 : 14-26
Lezing uit de brief van de heilige apostel Jakobus,
Broeders, wat voor nut heeft het, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem redden? Als er nu een broeder of zuster zonder kleding zou zijn en gebrek zou hebben aan dagelijks voedsel, en iemand van u zou tegen hen zeggen: Ga heen in vrede, word warm en word verzadigd, en gij zou hun niet geven wat het lichaam nodig heeft, wat voor nut heeft dat dan? Zo is ook het geloof als het geen werken heeft, in zichzelf dood. Maar nu zal iemand zeggen: Gij hebt geloof en ik heb werken. Laat mij dan uw geloof zien uit uw werken en ik zal u uit mijn werken mijn geloof laten zien. Gij gelooft dat God één is en daar doet gij goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen. Maar wilt gij weten, o nietig mens, dat het geloof zonder de werken dood is? Is Abraham, onze vader, niet uit de werken gerechtvaardigd, toen hij Izak, zijn zoon, op het altaar offerde? Ziet gij dat het geloof samenwerkte met zijn werken en dat door de werken het geloof volmaakt is geworden? En de Schrift is vervuld die zegt:
En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend, en hij werd een vriend van God genoemd.
Gij ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof. En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan? Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
EVANGELIE
Mk 4 : 10-23
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Markus,
In die tijd kwamen de leerlingen bij Jezus toen Hij alleen was, en met de twaalf vroegen zij Hem naar de gelijkenis van het zaad. En Hij zei tegen hen: ‘U is het gegeven de geheimenissen van het Koninkrijk Gods te kennen, maar de buitenstaanders ontvangen alles in gelijkenissen, opdat zij ziende zien en toch niet inzien en horende horen en toch niet begrijpen, zodat zij zich niet bekeren en hun zonden vergeven worden.’ En Hij zei tegen hen: ‘Begrijpt gij deze gelijkenis niet? Hoe zult gij dan alle andere gelijkenissen begrijpen? De zaaier is hij die het woord zaait. En er zijn sommigen bij wie het zaad langs de weg gezaaid wordt, wanneer zij het horen, komt meteen de satan en neemt het woord weg dat in hun hart gezaaid is. En anderen zijn zij bij wie op steenachtige grond gezaaid is; wanneer zij het woord horen, nemen zij het onmiddellijk met vreugde aan, maar zij hebben geen wortel in zich, zij zijn mensen van het ogenblik, en zodra er verdrukking of vervolging om het woord ontstaat, houden zij geen stand. En anderen zijn zij bij wie tussen de distels gezaaid is; dat zijn zij die het woord horen, maar de wereldse zorgen en het bedrog van de rijkdom en de begeerte naar al het andere, dringen bij hen binnen en verstikken het woord, en het blijft zonder vrucht. En degenen bij wie in goede grond gezaaid is, zijn zij die het woord horen en aanvaarden en vrucht dragen, deels dertig-, deels zestig- en deels honderdvoud.’ Ook zei Hij tegen hen: ‘De lamp wordt toch niet binnengebracht om onder de korenmaat of onder het bed gezet te worden? Is het niet om op de kandelaar gezet te worden? Want niets is verborgen dat niet geopenbaard zal worden; en niets gebeurt in het geheim dat niet aan het licht zal komen. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’