Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
30 december, 2021
Donderdag in de 28e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 300-b (Titus 1 : 5-b-14)
Lezing uit de brief van Paulus aan Titus,
Mijn kind Titus, stel per stad priesters aan, zoals ik je heb opgedragen. Zo iemand moet van onbesproken gedrag zijn, de man van één vrouw, gelovige kinderen hebben, die niet te beschuldigen zijn van losbandigheid of opstandigheid. Want een bisschop moet als bestuurder van Gods huis van onbesproken gedrag zijn, niet eigenzinnig, niet driftig, niet verslaafd aan wijn, niet vechtlustig, niet uit op oneerlijke winst, maar gastvrij, goedwillend, bezonnen, rechtvaardig, toegewijd, ingetogen, iemand die zich houdt aan het betrouwbare woord, waarin hij onderricht is, zodat hij bij machte is anderen terecht te wijzen door het gezonde onderricht en tegensprekers te weerleggen. Want er zijn veel mensen die zich niet kunnen onderschikken, mensen die zinloos praten en misleiders, vooral zij uit de besnijdenis. Men moet hun de mond snoeren. Zij keren hele huisgezinnen ondersteboven, door dingen te onderrichten die helemaal niet móeten, enkel omwille van vuil gewin! Eén van hen, hun eigen profeet, heeft gezegd: ‘Kretenzers zijn onverbeterlijke leugenaars, gemene beesten, vadsige vreters.’ Dat is een waar woord. Wijs hen daarom streng terecht, opdat zij gezond zullen zijn in het geloof, en zich niet zullen bezighouden met Joodse verzinsels en regels van mensen die zich van de waarheid afkeren.
EVANGELIE
Mc – pericoop 52 (Mc 11 : 27-33)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd kwam Jezus weer in Jeruzalem. En toen Hij in de tempel rondliep, kwamen de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten naar Hem toe en zeiden tegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U deze dingen? Wie heeft U het recht gegeven om dit te doen?’ Jezus zei tegen hen: ‘Ik zal u ook een vraag stellen; als u mij daarop antwoordt, dan zal Ik u zeggen op grond van welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. De doop van Johannes kwam die van de hemel of van de mensen? Antwoord Mij.’ Ze overlegden met elkaar en zeiden ‘Als wij zeggen: “van de hemel,” dan zal Hij antwoorden: “Waarom hebt u hem dan niet geloofd?” Maar als wij zeggen: “van de mensen?” wat dan …?’ zij waren namelijk bang voor het volk. Want iedereen hield Johannes werkelijk voor een profeet. Daarom antwoordden zij en zeiden tegen Jezus: ‘Wij weten het niet.’ En Jezus zei tegen hen: ‘dan zeg Ik u ook niet, op grond van welke bevoegdheid Ik deze dingen doe.’