Zaterdag in de 22e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 178 (II Cor 5 : 1-10a)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, wij weten dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een eeuwig huis, niet met handen gemaakt, in de hemelen. Want in deze tent zuchten wij en verlangen ernaar met ons tehuis uit de hemel overkleed te worden, als wij tenminste bekleed en niet naakt zullen bevonden worden. Want zolang wij in deze tent zijn, zuchten we bezwaard, wij willen immers niet ontkleed, maar overkleed worden, zodat het sterfelijke door het leven wordt opgeslokt. Hij nu Die hiertoe aan ons gewerkt heeft, is God, Die ons als onderpand de Geest gegeven heeft. Vol goede moed te allen tijde weten wij, dat zolang wij in het lichaam wonen, wij niet bij de Heer wonen, want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen. Wij hebben dus goede moed en wij verkiezen het om buiten het lichaam te wonen en bij de Heer in te wonen. Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, Hem welbehaaglijk te zijn. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus verschijnen.

EVANGELIE

Lc – pericoop 49 (Lc 9 : 57-62)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

In die tijd toen Jezus zijn weg vervolgde, zei iemand tegen Hem: ‘Heer, Ik zal U volgen, waar U ook heengaat. En Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels in de lucht hebben nesten; maar de Zoon des mensen heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen.’ Tegen een ander zei Hij: ‘Volg Mij.’ Maar deze zei: ‘Heer, sta mij toe eerst weg te gaan om mijn vader te begraven.’ Hij antwoordde hem: ‘Laat de doden hun doden begraven, maar u, ga heen en verkondig het Koninkrijk van God.’ Weer een ander zei: ‘Heer, ik zal U volgen, maar sta mij toe eerst thuis afscheid te nemen.’ Jezus zei tegen hem: ‘Niemand die de hand aan de ploeg slaat en achterom kijkt, is geschikt voor het Koninkrijk Gods.’