Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
15 november, 2021
Maandag in de 22e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 255 (Col 2 : 13-20)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Colossenzen,
Broeders, Christus heeft u, toen gij dood waart door de overtredingen en het onbesneden zijn van uw vlees, samen met Hem levend gemaakt door u al uw overtredingen te vergeven, en het handschrift dat tegen ons getuigde, uit te wissen. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft het uit de weg geruimd door het aan het kruis te nagelen. Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd. Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feest, nieuwe-maan of sabbat. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus. Laat niemand u de prijs ontzeggen door gewilde nederigheid en engelenverering, pralend met wat hij niet gezien heeft, zonder reden opgeblazen door zijn vleselijke denken, en zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het hele lichaam, dat van gewrichten en verbindingen voorzien is en daardoor ondersteund en bijeengehouden, opgroeit door de groei die van God komt. Als gij dan met Christus aan de grondbeginselen van de wereld zijt afgestorven, waarom laat gij u dan, alsof gij nog in de wereld leeft, bepalingen opleggen?
EVANGELIE
Lc – pericoop 75 (Lc 14 : 1, 12-15)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,
In die tijd kwam Jezus op een sabbat in het huis van één van de leiders van de Farizeeën om brood te eten. Hij zei tegen degene, die Hem uitgenodigd had: ‘Als u een middag- of avondmaaltijd aanricht, nodig dan niet uw vrienden, uw broers, verwanten of uw rijke buren uit; zij zouden immers op hun beurt ook u uitnodigen, om iets terug te doen. Maar als u een gastmaal aanricht, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Dan zult u gelukzalig zijn, omdat zij het u niet vergelden kunnen; maar u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ Toen nu één van degenen, die aan tafel aanlagen, dit hoorde, zei hij tegen Hem: ‘Gelukzalig is hij, die brood zal eten in het Koninkrijk van God.’