Lezingen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Lezingen van de dag

31 oktober, 2021

19e zondag na Pinksteren

Prokimen  toon 2 (ps 117) Mijn kracht en mijn lofzang is de Heer; Hij is mij tot heil geworden. Zwaar heeft de Heer mij gestraft, maar niet overgeleverd aan de dood.

APOSTEL

Pericoop 194 (II Cor 11 : 31-12:9)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, Die te prijzen is tot in eeuwigheid, weet dat ik niet lieg. In Damascus liet de stadhouder van koning Aretas de stad van de Damascenen bewaken, omdat hij mij gevangen wilde nemen; en door een venster werd ik in een mand door de muur neergelaten en ontvluchtte zo zijn handen. Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heer. Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen. En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam gebeurde, weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken. Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort. En opdat ik mij door de overtreffendheid van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik de Heer driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.

Alleluja  toon 2 (ps. 19) Moge de Heer u verhoren op de dag der beproeving; de Naam van Jakobs God u beschermen als een schild. Heer, red de Koning, en verhoor ons op de dag dat wij tot U roepen.

EVANGELIE

In de Metten: Jh – pericoop 64 – het 8e Opstandingsevangelie (Jh 20 : 11-18)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,

In die tijd stond Maria wenend buiten bij het graf en terwijl zij weende, boog zij zich voorover naar het graf en zij zag twee engelen in witte kleren zitten, één aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; en zij zeiden tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u?’ Zij zei tegen hen: ‘Omdat zij mijn Heer weggenomen hebben, en ik niet weet waar zij Hem hebben neergelegd.’ En toen zij dit gezegd had, keek zij om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. Jezus zei tegen haar: ‘Vrouw, waarom weent u? Wie zoekt u?’ Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: ‘Mijnheer als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem hebt neergelegd en ik zal Hem gaan halen.’ Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Zij keerde zich om en zei tegen Hem: ‘Rabboeni!’ Dat betekent: Meester. Jezus zei tegen haar: ‘Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgestegen naar Mijn Vader; maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar Mijn Vader en jullie Vader, naar Mijn God en jullie God.’ Maria Magdalena ging de leerlingen vertellen dat zij de Heer gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.

In de Liturgie: Lc – pericoop 83 (Lc 16 : 19-31)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

De Heer zei: ‘Er was eens een rijk man, die gekleed ging in purper en fijn linnen en die elke dag vrolijk en overdadig leefde. En er was een bedelaar, Lazarus geheten, met zweren bedekt, die bij zijn poort lag. Hij hoopte zijn maag te vullen met de kruimels die van de tafel van de rijke man vielen; zelfs de honden kwamen en likten zijn zweren. Het gebeurde nu dat de bedelaar stierf en door de engelen naar de schoot van Abraham gedragen werd. Ook de rijke stierf en werd begraven. En toen hij in de Hades zijn ogen ophief, terwijl hij pijn leed, zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zei: ‘Vader Abraham, ontferm u over mij en stuur Lazarus naar mij toe en laat hem de top van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd vreselijke pijn in deze vlam.’ Maar Abraham zei: ‘Kind, herinner u, dat u uw goede deel ontvangen hebt in uw leven en Lazarus op zijn beurt het kwade. En nu wordt hij vertroost en u lijdt pijn. En bovendien ligt er tussen ons en u een grote kloof, zodat wie van hier naar u zouden willen gaan, dat niet kunnen en ook niemand van u naar ons kan oversteken.’ Maar hij zei: ‘dan verzoek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb vijf broers; laat hij dan tegenover hen getuigenis afleggen, zodat ook zij niet in deze plaats van pijniging terecht komen.’ Maar Abraham zei tegen hem: ‘Zij hebben Mozes en de profeten; laten ze naar hen luisteren!’ Maar hij zei: ‘Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen komt, zullen ze tot inkeer komen.’ Maar Abraham zei tegen hem: ‘Als zij niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen zij zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de doden opstaat.’

Gegevens

Datum:
31 oktober, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie