Vrijdag in de 18e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 234 (Ef 6 : 18-24)

Lezing uit de brief van Paulus aan de Efeziërs,

Broeders, bid te allen tijde in de Geest met allerlei gebeden en smekingen, en wees waakzaam met uiterste volharding in smeekgebed voor alle heiligen. Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken. En opdat ook gíj weet hoe het met mij gaat en wat ik doe, zal Tychikus, de geliefde broeder en trouwe dienaar in de Heer, u alles bekendmaken. Met dat doel heb ik hem naar u toe gestuurd, opdat gij onze omstandigheden zou kennen en hij uw hart zou vertroosten. Vrede zij de broeders, en liefde gepaard met geloof, van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. Genade zij met allen die onze Heer Jezus Christus in onvergankelijkheid liefhebben. Amen.

EVANGELIE

Lc – pericoop 50 (Lc 10 : 1-15)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

In die tijd stelde de Heer nog zeventig andere leerlingen aan en Hij zond hen twee aan twee voor zich uit naar alle steden en plaatsen waar Hij zelf heen zou gaan. Hij zei tegen hen: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom aan de eigenaar van de oogst of Hij arbeiders wil sturen voor zijn oogst. Ga nu, maar weet wel, Ik stuur u als lammeren onder de wolven. Neem geen beurs mee, geen reiszak en geen schoeisel, en groet niemand onderweg. Als u bij iemand in huis komt, zeg dan eerst: ‘Vrede zij dit huis.’ Als daar een vredelievend mens woont, dan zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan zal die vrede naar u terugkeren. Blijf in dat huis en eet en drink wat men u aanbiedt, want een arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. Als u in een stad komt waar men u ontvangt, eet dan wat men u voorzet. Genees er de zieken en zeg tegen hen: ‘Het Koninkrijk van God is dichtbij u gekomen.’ Maar als u in een stad komt waar men u niet ontvangt, ga naar buiten door de straten en zeg: ‘Zelfs het stof uit uw stad dat aan ons kleeft vegen wij af, als aanklacht tegen u. Maar weet wel, het Koninkrijk van God is dichtbij u gekomen.’ Ik zeg u: voor Sodom zal het op die dag draaglijker zijn dan voor die stad. Wee u, Chorazin! Wee u, Betsaïda! Waren in Tyrus en Sidon dezelfde machtige daden gebeurd als bij u, dan hadden zij zich, in zak en as gezeten, allang bekeerd. Nee, voor Tyrus en Sidon zal het bij het oordeel draaglijker zijn dan voor u. En Kafarnaüm, die tot de hemel toe verheven bent, tot in de Hades zult u neerdalen!’