Lezingen van de dag

Laden Evenementen

« Alle Evenementen

  • Dit evenement is voorbij.

Lezingen van de dag

26 september, 2021

14e zondag na Pinksteren – Het bruiloftsmaal

Prokimen  toon 5 (ps 11) Gij Heer, bewaar en behoed ons tegen dit geslacht tot in alle eeuwigheid. Red mij, Heer, er is geen heilige meer: de waarheid wordt zeldzaam onder de kinderen der mensen.

APOSTEL

Pericoop 170 (II Cor 1 : 21-2:4)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, Hij Die ons met u bevestigt in Christus en ons gezalfd heeft, is God, Die ons ook verzegeld heeft en het onderpand van de Geest in onze harten gegeven heeft. Ik roep God als Getuige aan over mijn ziel, dat ik om u te sparen niet weer naar Corinthe ben gekomen. Wij willen niet heersen over uw geloof, maar bijdragen aan uw vreugde, want gij staat vast door het geloof. Dus dit heb ik mij voorgenomen: dat ik niet opnieuw in droefheid naar u toe zou komen. Want als ik u bedroefd maak, wie is het dan die mij verblijden zal, behalve hij die door mij bedroefd is gemaakt? Dat is ook precies wat ik u geschreven heb: dat ik bij mijn komst geen droefheid zou ondervinden van hen over wie ik mij moest verblijden; en ik had er alle vertrouwen in dat u allen in mijn vreugde zou delen. Want zeer bedrukt en uit een beklemd hart heb ik u geschreven, onder veel tranen, niet opdat gij bedroefd zou worden, maar opdat gij de liefde zou leren kennen die ik overvloedig voor u heb.

Alleluja  toon 5 (ps. 88) Uw barmhartigheid, Heer, wil ik bezingen in eeuwigheid; en Uw waarheid verkondigen van geslacht tot geslacht. Gij hebt immers gezegd: “Mijn barmhartigheid is opgebouwd voor eeuwig”; en in de hemel is Uw waarheid gevestigd.

EVANGELIE

In de Metten: Mc Pericoop 71 – het 3e Opstandingsevangelie (Mc 16 : 9-20)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,

Toen Jezus ‘s morgens op de eerste dag van de week was opgestaan, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit wie Hij zeven demonen uitgedreven had. Zij ging heen en vertelde het aan hen die Hem vergezeld hadden, en die treurden en weenden. En toen zij hoorden, dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet. Daarna is Hij in een andere gedaante verschenen aan twee van hen, die onderweg waren en naar een stuk land gingen. Ook zij gingen het aan de anderen vertellen; maar zij geloofden ook hen niet. Later verscheen Hij aan de elf, terwijl zij aan tafel aanlagen; en Hij verweet hun hun ongeloof en de hardheid van hun hart, omdat zij hen niet geloofd hadden die Hem gezien hadden nadat Hij was opgewekt. En Hij zei tegen hen: ‘Ga heen in heel de wereld, verkondig het evangelie aan heel de schepping. Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. En deze tekenen zullen hen vergezellen die geloven: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; zij zullen in nieuwe talen spreken, slangen zullen zij oppakken, en als zij iets dodelijks drinken, zal dat hun niet schaden; zieken zullen zij de handen opleggen en zij zullen gezond worden.’ Nadat de Heer tot hen gesproken had, werd Hij opgenomen in de hemel, en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God. En zij gingen heen en predikten overal, en de Heer werkte mee en bekrachtigde hun woorden door de tekenen, die erop volgden. Amen.

In de Liturgie: Lc pericoop 17 (Lc 5 : 1-11)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

In die tijd toen Jezus aan het meer van Gennesaret stond, zag Hij daar twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gegaan en spoelden de netten. Hij ging in één van die boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land af te varen. En Hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de boot. Toen Hij was opgehouden met spreken, zei Hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en werp jullie netten uit om vis te vangen.’ Simon antwoordde en zei tegen Hem: ‘Meester, wij hebben heel de nacht hard gewerkt en niets gevangen, maar op Uw woord zal ik het net uitwerpen.’ En toen zij dat gedaan hadden, vingen zij een grote hoeveelheid vissen; hun net begon te scheuren. Zij wenkten hun metgezellen in de andere boot om hen te komen helpen. En zij kwamen en vulden beide boten tot zinkens toe. Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens. Want verbijstering had hem en allen die bij hem waren, bevangen over de hoeveelheid vissen die zij gevangen hadden. Zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten. En Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang, van nu af aan zul je mensen vangen.’ En nadat zij de boten aan land getrokken hadden, lieten zij alles achter en volgden Hem.

Gegevens

Datum:
26 september, 2021
Evenement Categorie:

Geef een reactie