Dinsdag in de 14e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 196 (II Cor 12 : 20-13:2)

Lezing uit de tweede brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, ik vrees dat ik u, bij mijn komst, misschien niet zal aantreffen zoals ik zou willen, en dat ik door u bevonden wordt zoals gij niet zou willen, en dat er misschien ruzies, jaloezie, woede, egoïsme, kwaadsprekerij, geroddel, arrogantie en wanorde zullen zijn, en dat, als ik kom, mijn God mij opnieuw bij u zal vernederen en dat ik treuren moet over velen die eerder gezondigd hebben en zich niet bekeerd hebben van de zedeloosheid, ontucht en losbandigheid die zij bedreven hebben. Dit is de derde keer dat ik naar u toe kom. Op grond van twee of drie getuigenverklaringen zal elke zaak vaststaan. Ik heb het al eerder gezegd, en ik zeg het nu opnieuw, net als toen ik voor de tweede keer bij u was, en ik schrijf het nu, terwijl ik afwezig ben, aan hen die eerder gezondigd hebben, en aan al de anderen: ik zal hen, als ik opnieuw kom, niet sparen.

EVANGELIE

Lc pericoop 10 (Lc 3 : 19-22)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Lucas,

In die tijd toen Herodes, de te­trarch, door Johannes berispt werd vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al de wandaden die Herodes bedreven had, heeft hij ook dit nog bij dat alles gevoegd dat hij Johannes in de gevangenis opsloot. En het gebeurde, toen al het volk gedoopt werd en ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, dat de hemel zich opende, en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem neerdaalde. En er kwam een stem uit de hemel die zei: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon, in Jou heb Ik Mijn welbehagen.’