Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
18 september, 2021
Zaterdag na de Kruisverheffing
Prokimen toon 7 (ps. 98) Verhef de Heer, onze God, * vereer de voetbank van Zijn voeten, want Hij is heilig. De Heer is Koning, laat de volkeren toornen.
APOSTEL
Pericoop 125-c (I Cor 1:26-2:5)
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, let op uw roeping: er zijn onder u niet veel wijzen naar het vlees, niet veel machtigen, niet veel aanzienlijken. Maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen. En het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren, en wat niets is, om wat iets is teniet te doen, opdat geen vlees zou roemen tegenover God. Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die voor ons geworden is: wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing, opdat het zal zijn zoals geschreven staat:
Wie roemt, laat hij roemen in de Heer.
En ik, broeders, toen ik bij u kwam, ben niet gekomen om u met voortreffelijkheid van woorden of van wijsheid het getuigenis van God te verkondigen, want ik had besloten onder u niets anders te weten dan: Jezus Christus, en Deze gekruisigd. Bovendien kwam ik bij u in zwakheid, met vrees en veel beven. Mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God.
Alleluja toon 4 (ps. 73) Gedenk uw gemeente, die Gij vanaf den beginne hebt vrijgekocht. God is van eeuwigheid onze Koning; Hij bewerkt verlossing in het midden der aarde.
EVANGELIE
Jh pericoop 30 (Jh 8 : 21-30)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei tegen de Joden die bij Hem gekomen waren: ‘Ik ga heen en gij zult Mij zoeken, en in uw zonde zult gij sterven. Waar Ik heenga, kunt gij niet komen.’ De Joden zeiden daarop: ‘Hij zal toch Zichzelf niet doden, omdat Hij zegt: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen?’ En Hij zei tegen hen: ‘Gij zijt van beneden; Ik ben van boven. Gij zijt van deze wereld; Ik ben niet van deze wereld. Ik heb u gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want als gij niet gelooft, dat Ik het ben, zult gij in uw zonden sterven.’ Zij zeiden tegen Hem: ‘Wie zijt Gij?’ En Jezus zei tegen hen: ‘Wat Ik u vanaf het begin al zeg! Ik heb veel over u te zeggen en te oordelen; maar Hij, die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en wat Ik van Hem gehoord heb, dat verkondig Ik aan de wereld.’ Zij begrepen niet, dat Hij tegen hen over de Vader sprak. Jezus zei daarop tegen hen: ‘Wanneer gij de Zoon des mensen opgeheven zult hebben, zult gij inzien, dat Ik het ben en dat Ik uit Mijzelf niets doe, maar dat Ik over die dingen spreek, zoals Mijn Vader het Mij geleerd heeft. En Hij die Mij gezonden heeft, is met Mij; de Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd wat Hem behaagt.’ Toen Hij dit zei, geloofden velen in Hem.