Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
17 augustus, 2021
Dinsdag in de 9e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 152 (I Cor 12 : 12-26)
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, zoals het lichaam één is en uit vele delen bestaat, en al die delen van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam vormen, zo is het ook met Christus. Wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. Want ook het lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit vele. Als de voet zou zeggen: Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet bij het lichaam, hoort hij daarom dan niet bij het lichaam? En als het oor zou zeggen: Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet bij het lichaam, hoort het daarom dan niet bij het lichaam? Als het hele lichaam oog was, waar zou het gehoor zijn? Als het hele lichaam gehoor was, waar zou de reuk zijn? Maar nu heeft God de lichaamsdelen, elk van hen afzonderlijk, in het lichaam een plaats gegeven zoals Hij gewild heeft. Als zij alle één lichaamsdeel waren, waar zou het lichaam zijn? Het is juist zo dat er wel veel delen zijn, maar er is slechts één lichaam. En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig. Ja, meer nog, de delen van het lichaam die de zwakste schijnen te zijn, zijn echter juist zeer noodzakelijk. En aan de delen van het lichaam die wij als minder eervol beschouwen, verlenen wij groter eer en onze minder edele delen krijgen een groter respect. Onze eerbare delen echter hebben dat niet nodig. Maar God heeft het lichaam zo samengesteld, dat Hij de delen die het nodig hebben, groter eer gaf, opdat er geen verdeeldheid in het lichaam zou zijn, maar de delen elkaar met dezelfde zorg omringen. Wanneer één lichaamsdeel lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde.
EVANGELIE
Mt pericoop 76 (Mt 18 : 18-22; 19 : 1-2, 13-15)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘Amen, Ik zeg u: Alles wat gij op aarde bindt, zal gebonden zijn in de hemel, en alles wat gij op aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn. Opnieuw zeg Ik u, amen, als twee van u op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, zal het hun gegeven worden door Mijn Vader, Die in de hemelen is. Want waar twee of drie in Mijn Naam bijeen zijn, daar ben Ik in hun midden.’ Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: ‘Heer, hoe vaak moet ik mijn broeder vergeving schenken als hij tegen mij zondigt? Tot zeven keer toe?’ Jezus zei tegen hem: ‘Ik zeg u, niet tot zeven keer, maar tot zeventig maal zeven keer.’ En het gebeurde toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat Hij uit Galilea vertrok en in het gebied van Judea kwam aan de overzijde van de Jordaan. En een grote menigte volgde Hem en Hij genas hen daar. Toen bracht men kinderen bij Hem, opdat Hij hun de handen zou opleggen en zou bidden; de leerlingen wezen hen echter terecht. Maar Jezus zei: ‘Laat de kinderen ongemoeid en verhinder hen niet bij Mij te komen, want het Koninkrijk der hemelen is van wie zijn zoals zij.’ En nadat Hij hun de handen had opgelegd, vertrok Hij vandaar.