Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
11 augustus, 2021
Woensdag in de 8e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 145 (I Cor 10 : 12-22)
Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,
Broeders, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt. Gij hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat gij boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitkomst, zodat gij haar kunt doorstaan. Daarom, mijn geliefden, ontvlucht de afgodendienst. Ik spreek toch tot verstandige mensen, dus gij kunt zelf beoordelen wat ik zeg. De beker der zegening, die wij zegenen, is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? Omdat het één brood is zijn wij, hoewel met velen, één lichaam, want wij allen hebben deel aan het ene brood. Let op het Israël naar het vlees: hebben niet zij die de offers eten, gemeenschap met het altaar? Wat wil ik hiermee zeggen? Dat een afgod iets is, of dat een afgodenoffer iets is? Dat niet, maar wel dat de heidenen aan demonen offeren en niet aan God, en ik wil niet dat u met de demonen gemeenschap hebt. Gij kunt niet de beker van de Heer drinken én de beker van de demonen. Gij kunt niet deelhebben aan de tafel van de Heer én aan de tafel van de demonen. Of willen wij de Heer tarten? Wij zijn toch niet sterker dan Hij?
EVANGELIE
Mt pericoop 68 (Mt 16 : 20-24)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
In die tijd verbood Jezus Zijn leerlingen om aan wie dan ook te zeggen dat Hij Jezus, de Christus, was. Van toen af aan begon Jezus Zijn leerlingen erop te wijzen dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten, de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt. En Petrus nam Hem apart en begon Hem terecht te wijzen, zeggend: ‘God zij U genadig, Heer; dat zal U zeker niet overkomen!’ Maar Jezus keerde hem de rug toe en zei tegen Petrus: ‘Ga terug, achter Mij, satan! Gij zijt voor Mij een aanstoot, want gij denkt niet aan wat God wil, maar aan wat de mensen willen.’ Toen zei Jezus tegen Zijn leerlingen: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen.’