Dinsdag in de 8e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 144 (I Cor 10 : 5-12)

Lezing uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthiërs,

Broeders, in de meesten van de vaderen heeft God geen welgevallen gehad, want zij zijn neergeveld in de woestijn. Dit alles strekt ons tot voorbeeld: wij moeten niet uit zijn op het kwade, zoals zij. En word geen afgodendienaars zoals sommigen van hen, zoals geschreven staat: Het volk ging zitten om te eten en te drinken en zij stonden op om te feesten.
Laten we geen ontucht plegen, zoals een aantal van hen, want daardoor stierven er op één dag drieëntwintigduizend. En laten wij Christus niet verzoeken, zoals anderen deden want daardoor werden ze door slangen doodgebeten. En mor niet, zoals weer anderen deden, want daardoor werden ze door de doodsengel vernietigd. Al deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden voor ons, en ze zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, voor wie de tijd ten einde loopt. Daarom, wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.

EVANGELIE

Mt pericoop 66 (Mt 16 : 6-12)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘Let op en wees op uw hoede voor de zuurdesem van de Farizeeën en Sadduceeën.’ Zij spraken erover met elkaar en zeiden: ‘Dit zegt Hij, omdat wij geen brood meegenomen hebben.’ Toen Jezus dit merkte, zei Hij tegen hen: ‘Kleingelovigen, waarom spreekt gij er met elkaar over dat gij geen brood hebt meegenomen? Begrijpt gij het nog niet en herinnert gij u niet de vijf broden voor de vijfduizend, en hoeveel korven gij hebt opgehaald? En ook niet de zeven broden voor de vierduizend, en hoeveel manden gij hebt opgehaald? Waarom begrijpt gij dan niet, dat Ik u niet over brood sprak, toen Ik zei op uw hoede te zijn voor de zuurdesem van de Farizeeën en Sadduceeën?’ Toen begrepen zij, dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en Sadduceeën.