Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
26 juli, 2021
Maandag in de 6e week na Pinksteren
APOSTEL
Pericoop 121 (Rom 16 : 17-24)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,
Broeders, ik roep u ertoe op, hen in het oog te houden die tweedracht zaaien en ergernis veroorzaken, en die daarmee ingaan tegen het onderricht dat gij hebt ontvangen. Ga hun uit de weg, want zulke mensen dienen niet onze Heer Jezus Christus, maar hun eigen buik, en door fraaie woorden en vrome praat bedriegen zij de harten van de argeloze mensen. Uw gehoorzaamheid is tot allen doorgedrongen. Ik verblijd mij dan ook over u en ik wil dat gij wijs zijt wat het goede betreft, en dat gij standhoudt tegen het kwaad. En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u. Amen. U groeten Timotheüs, mijn medewerker, en Lucius, Jason en Socipater, mijn volksgenoten. Ik, Tertius, die de brief geschreven heb, groet u in de Heer. Gajus, die mijn gastheer is en van de hele kerk, groet u. Erastus, de rentmeester van de stad, en de broeder Quartus groeten u. De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Prokimen toon 4 ps. 67) Wonderbaar is God in zijn heiligen, de God van Israël. In de bijeenkomsten loof God de Heer, Gij die zijt uit de bronnen van Israël.
Pericoop 208-c (Gal 3 : 23-4:5)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Galaten,
Broeders, voordat het geloof kwam, werden wij door de wet bewaakt, als gevangenen opgesloten, totdat het geloof geopenbaard zou worden. Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus,
opdat wij uit het geloof gerechtvaardigd zouden worden. Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester.
Want gij zijt allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want gij allen die in Christus zijt gedoopt, hebt u met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; dat men slaaf is of vrije; dat men man is of vrouw; want allen zijt gij één in Christus Jezus. En als gij van Christus zijt, dan zijt gij Abrahams nageslacht en overeenkomstig de belofte erfgenamen. Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, al is hij ook heer en meester over alles. Maar hij staat onder voogden en beheerders tot op het tijdstip, dat de vader heeft bepaald. Zo waren ook wij, zolang wij onmondig waren, als slaven onderworpen aan de elementen, waaruit de wereld bestaat. Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God Zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij tot kinderen zouden aangenomen worden.
Alleluja toon 1 ps. 39
Wachtend verbeidde ik de Heer. Hij heeft acht op mij geslagen en mijn smeking verhoord. Op een rots heeft Hij mijn voeten geplaatst, op een rechte baan mijn schreden gericht.
EVANGELIE
Mt pericoop 51 (Mt 13 : 10-23, 9)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
In die tijd kwamen de leerlingen bij Jezus en vroegen: ‘Waarom spreekt Gij tot de menigten in gelijkenissen?’ Hij antwoordde en zei tegen hen: ‘Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven. Want wie heeft, aan hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, van hem zal zelfs wat hij heeft, afgenomen worden. Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen, noch begrijpen, noch zich bekeren. En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, welke luidt:
Met het gehoor zult gij horen maar toch niet begrijpen, en ziende zult gij zien maar toch niet opmerken. Want het hart van dit volk is vet geworden,
en zij hebben met hun oren slecht gehoord, en hun ogen houden zij gesloten, opdat zij toch niet met hun ogen zouden zien, en met hun oren horen, en met hun hart begrijpen
en zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen.
Maar zalig zijn uw ogen, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen. Want amen, Ik zeg u, dat veel profeten en rechtvaardigen verlangd hebben te zien wat gij ziet, en zij hebben het niet gezien; en te horen wat gij hoort, en zij hebben het niet gehoord. Gij dan, luistert naar de gelijkenis van de zaaier. Bij ieder die het woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is degene bij wie het zaad langs de weg gezaaid is. Maar bij wie op steenachtige grond gezaaid is, dat is degene die het woord hoort en het meteen met blijdschap aanneemt. Hij heeft echter geen wortel in zichzelf, maar is iemand van het ogenblik; en als er verdrukking of vervolging komt om het woord, neemt hij er meteen aanstoot aan. En bij wie tussen de dorens is gezaaid, dat is degene die het woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en het bedrog van de rijkdom verstikken het woord en het wordt onvruchtbaar. Bij wie in goede aarde gezaaid is, dat is degene die het woord hoort en begrijpt: hij draagt dan ook vrucht en brengt voort, sommigen honderdvoudig, anderen zestigvoudig en weer anderen dertigvoudig. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen!’
Mc pericoop 21 (Mc 5 : 24b-34)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Marcus,
In die tijd volgde een grote menigte Jezus, en zij drongen tegen Hem aan. En een vrouw, die al twaalf jaar aan bloedvloeiingen leed, had veel te verduren gehad van veel artsen. Zij had al wat zij bezat daaraan uitgegeven zonder er baat bij te vinden; het was integendeel erger geworden. Omdat ze over Jezus gehoord had, kwam ze in de menigte van achteren naar Hem toe en raakte Zijn kleren aan. Want zij zei bij zichzelf: Als ik alleen maar Zijn kleren aanraak, zal ik beter worden. En meteen hield haar bloed op te vloeien en zij voelde aan haar lichaam dat zij van haar kwaal genezen was. En meteen merkte Jezus in Zichzelf, dat een kracht van Hem was uitgegaan. Hij keerde Zich om in de menigte en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘Gij ziet dat de menigte van alle kanten tegen U opdringt en dan vraagt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt?’ Maar Hij keek om zich heen om te zien wie dit gedaan had. Bang geworden kwam de vrouw bevend naar voren, omdat zij wist, wat er met haar gebeurd was; zij viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid. Toen zei Hij tegen haar: ‘Dochter, uw geloof heeft u gered; ga heen in vrede en wees genezen van uw kwaal.’