Zaterdag in de 2e week na Pinksteren

APOSTEL

Pericoop 84 (Rom 3 : 19-26)

Lezing uit de brief van Paulus aan de Romeinen,

Broeders, wij weten dat de wet in alles wat hij zegt alleen tot degenen spreekt die aan de wet zijn onderworpen, opdat elke mond gesnoerd wordt en de hele wereld onder het oordeel staat voor God. Daarom zal op grond van het naleven van de wet geen sterveling voor Hem gerechtvaardigd worden, want juist de wet leert ons de zonde kennen. Maar nu is buiten de wet Gods gerechtigheid geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: God schenkt namelijk vrijspraak door het geloof in Jezus Christus, aan allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en ontberen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hij is door God aangewezen op grond van Zijn bloed, tot verzoening, door het geloof; dit was om Zijn gerechtigheid te bewijzen, want in zijn verdraagzaamheid gaat Hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij deed dit om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen nu in deze tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is én ieder rechtvaardigt die leeft uit het geloof in Jezus.

EVANGELIE

Mt pericoop 20a (Mt 7 : 1-8)

Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,

De Heer zei: ‘Oordeel niet, opdat gij niet geoordeeld wordt; want met het oordeel, waarmee gij oordeelt, zult gij zelf geoordeeld worden; en de maat, waarmee gij meet, zal voor u gebruikt worden. Waarom ziet gij de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt gij de balk in uw eigen oog niet op? Of hoe kunt gij tegen uw broeder zeggen: Laat mij de splinter uit uw oog halen; en zie, er is een balk in uw eigen oog? Schijnheilige, haal eerst de balk uit uw eigen oog, en dan zult gij scherp genoeg kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder te halen. Geef het heilige niet aan de honden, en werp uw parels niet voor de zwijnen, opdat zij ze niet met hun poten vertrappen, zich omkeren en u verscheuren. Bid en u zal gegeven worden; zoek en gij zult vinden; klop en u zal opengedaan worden. Want ieder die bidt, ontvangt; wie zoekt, vindt; en wie klopt, zal opengedaan worden.’