Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
17 juni, 2021
Donderdag in de 7e week van Pascha
APOSTEL
Pericoop 48 (Hand 25 : 13/14-19)
Lezing uit de Handelingen der Apostelen,
In die dagen kwamen koning Agrippa en Bernice in Caesarea aan om Festus te begroeten. En toen zij daar verscheidene dagen doorbrachten, legde Festus de zaak van Paulus aan de koning voor en zei: Er is hier een man die door Felix als gevangene is achtergelaten. Toen ik in Jeruzalem was, hebben de hogepriesters en de oudsten van de Joden een klacht tegen hem ingediend en om zijn veroordeling verzocht. Ik antwoordde hun dat de Romeinen niet de gewoonte hebben, iemand uit te leveren zonder dat hij tegenover zijn aanklagers heeft gestaan en de kans heeft gekregen zich tegen de aanklacht te verdedigen. Toen zij dan gezamenlijk hier gekomen waren, gunde ik mijzelf geen uitstel, maar heb ik al de volgende dag de rechtszitting geopend en bevel gegeven hem voor te leiden. De aanklagers gingen om hem heen staan, maar beschuldigden hem niet van het soort misdrijven dat ik had verwacht; maar zij hadden met hem enkele geschilpunten over hun eigen godsdienst en over een zekere Jezus, die gestorven was, maar van wie Paulus beweerde dat Hij leeft.
EVANGELIE
Jh pericoop 55 (Jh 16 : 23-33a)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei tegen Zijn leerlingen: ‘Amen, amen, Ik zeg u: Alles wat gij de Vader zult vragen in Mijn Naam, zal Hij u geven. Tot nu toe hebt gij niets gevraagd in Mijn Naam; Vraag, en gij zult ontvangen, zodat uw vreugde volmaakt zal zijn. Dit heb Ik in gelijkenissen tot u gesproken, maar het uur komt, dat Ik niet meer in gelijkenissen tot u zal spreken, maar u vrijuit over de Vader zal verkondigen. Op die dag zult gij in Mijn Naam vragen; en Ik zeg u niet dat Ik de Vader voor u zal vragen; want de Vader Zelf heeft u lief, omdat gij Mij hebt liefgehad en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weer en Ik ga terug naar de Vader.’ Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘Zie, nu spreekt Gij vrijuit en Gij gebruikt geen enkele beeldspraak. Nu weten wij dat Gij alles weet en dat het voor U niet nodig is dat iemand U vragen stelt; hierom geloven wij dat Gij van God zijt uitgegaan.’ Jezus antwoordde hun: ‘Gelooft gij nu? Zie, het uur komt en is nu gekomen, dat gij verstrooid zult worden, ieder zijn eigen kant uit, en gij Mij alleen zult laten; maar Ik ben niet alleen, want de Vader is met Mij. Dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede zult hebben.’