Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
20 mei, 2021
Donderdag in de 3e week van Pascha
APOSTEL
Pericoop 20 (Hand 8:26-39)
Lezing uit de Handelingen der Apostelen,
In die dagen sprak een engel van de Heer tot Filippus en zei: Sta op en ga tegen de middag, de weg op die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is. En hij stond op en vertrok; en zie, een Ethiopiër, een eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die belast was met het beheer van haar schatkist, was naar Jeruzalem gekomen om te aanbidden, en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen en las de profeet Jesaja. En de Geest zei tegen Filippus: Ga ernaartoe en voeg u bij deze wagen. En Filippus snelde ernaartoe, hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zei: Begrijpt gij ook wat gij leest? Maar hij zei: Hoe zou ik dat kunnen, als niemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus op de wagen te klimmen en bij hem te komen zitten. En het schriftgedeelte dat hij las, was dit: Als een schaap is Hij naar de slachting geleid en zoals een lam stemmeloos is bij de scheerder, zo doet Hij Zijn mond niet open.
In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal Zijn afkomst vertellen?
Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
En de eunuch antwoordde Filippus en zei: Ik vraag u, over wie zegt de profeet dit? Over zichzelf of over iemand anders? En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus. En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de eunuch zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zei: Als gij met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de eunuch, en hij doopte hem. En toen zij uit het water opgekomen waren, nam de Geest van de Heer Filippus weg; en de eunuch zag hem niet meer, want hij vervolgde zijn weg met blijdschap.
EVANGELIE
Jh pericoop 22 (Jh 6 : 40-44)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
De Heer zei tegen de Joden die in Hem geloofden: ‘Dit is de wil van Hem, Die Mij gezonden heeft, dat ieder, die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.’ De Joden morden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het brood, dat uit de hemel is neergedaald. En zij zeiden: ‘Is dit niet Jezus, de zoon van Jozef, van wie wij de vader en moeder kennen? Hoe kan Hij dan zeggen: Ik ben van de hemel neergedaald.’ Jezus antwoordde en zei tegen hen: ‘Mor niet onder elkaar. Niemand kan tot Mij komen, als de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem niet trekt; en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.’