Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
17 mei, 2021
Maandag in de 3e week van Pascha
APOSTEL
Pericoop 17 (Hand 6 : 8 – 7 : 5, 47-60)
Lezing uit de Handelingen der Apostelen,
In die dagen, deed Stefanus, vol geloof en kracht, wonderen en grote tekenen onder het volk. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de Cyreneeërs, en van de Alexandrijnen en van hen die uit Cilicië en Asia afkomstig waren, stonden op en redetwistten met Stefanus. Zij waren echter niet in staat de wijsheid en de Geest, door Wie hij sprak, te weerstaan. Toen stookten zij mannen op om te zeggen: ‘Wij hebben hem lasterlijke woorden tegen Mozes en God horen spreken.’ En zij ruiden het volk, de priesters en de schriftgeleerden op; en zij kwamen op hem af, grepen hem en brachten hem voor het Sanhedrin. En zij lieten valse getuigen optreden, die zeiden: ‘Deze man houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en tegen de wet, want wij hebben hem horen zeggen dat die Jezus de Nazoreeër deze plaats zal afbreken en de gebruiken zal veranderen die Mozes ons overgeleverd heeft.’ En allen die in het Sanhedrin zaten, hielden hun ogen op hem gericht en zagen zijn gezicht als het gezicht van een engel. En de hogepriester zei: ‘Is dat inderdaad zo?’ En hij zei: ‘Mannenbroeders en vaders, luister! De God der heerlijkheid verscheen aan onze vader Abraham, toen hij nog in Mesopotamië was, voordat hij in Haran woonde, en Hij zei tegen hem: ‘Ga uit uw land en uit uw familie en kom naar een land dat Ik u wijzen zal.’ Toen ging hij uit het land van de Chaldeeën en ging in Haran wonen. En daarvandaan bracht Hij, nadat zijn vader gestorven was, hem over naar dit land, waar gij nu in woont. Maar Hij gaf hem daarin geen erfdeel, zelfs geen voetstap. Maar Salomo bouwde voor Hem een huis. De Allerhoogste woont echter niet in tempels die met handen gemaakt zijn, zoals de profeet zegt:
De hemel is voor Mij een troon en de aarde een voetbank voor Mijn voeten. Wat voor huis zult gij dan voor Mij bouwen, zegt de Heer, of wat is de plaats van Mijn rust? Heeft Mijn hand niet al deze dingen gemaakt?
Hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij verzet u altijd tegen de Heilige Geest; zoals uw vaders deden, zo doet gij ook. Wie van de profeten hebben uw vaders niet vervolgd? Zij hebben hen zelfs gedood die de komst van de Rechtvaardige aankondigden, van Wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt. Gij, die de wet ontvangen hebt door de dienst van engelen, hebt die niet in acht genomen!’ Toen zij dit hoorden, barstten hun harten van woede en knarsten zij hun tanden tegen hem. Maar hij, vol van de Heilige Geest, hield zijn ogen naar de hemel gericht en zag de heerlijkheid van God, en Jezus, staande aan de rechterhand van God. En hij zei: ‘Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande aan de rechterhand van God.’ Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren dicht en stormden als één man op hem af. En zij wierpen hem de stad uit en stenigden hem, en de getuigen legden hun kleren af aan de voeten van een jongeman, die Saulus heette. En zij stenigden Stefanus, terwijl hij bad: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’ En terwijl hij op de knieën viel, riep hij luidkeels: ‘Heer, reken hun deze zonde niet toe!’ En toen hij dat gezegd had, ontsliep hij.
EVANGELIE
Jh Pericoop 13 (Jh 4 : 46b-54)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
In die tijd was er in Kafarnaüm een koninklijke hoveling, wiens zoon ziek was. Toen hij hoorde, dat Jezus uit Judea naar Galilea gekomen was, ging hij naar Hem toe en vroeg Hem mee te gaan en zijn zoon te genezen, want die lag op sterven. Jezus zei tegen hem: ‘Als gij geen tekenen en wonderen ziet, gelooft gij zeker niet.’ De koninklijke hoveling zei tegen Hem: ‘Heer, kom voordat mijn kind sterft.’ Jezus zei tegen hem: ‘Ga heen, uw zoon leeft.’ De man geloofde het woord, dat Jezus tegen hem zei, en ging heen. En reeds op zijn terugweg kwamen zijn dienaren hem tegemoet en berichtten hem: ‘uw kind leeft!’ Hij vroeg hun naar het uur, waarop de beterschap ingetreden was. Zij zeiden hem: ‘Gisteren op het zevende uur is de koorts van hem geweken.’ Toen besefte de vader, dat juist op dat uur Jezus hem gezegd had: ‘Uw zoon leeft.’ En hij geloofde, hij en zijn hele huis. Dit tweede teken heeft Jezus daar weer gedaan, toen Hij uit Judea in Galilea gekomen was.