Lezingen van de dag
- Dit evenement is voorbij.
Lezingen van de dag
25 april, 2021
Palmzondag –
Prokimen toon 4 (ps. 117) Gezegend Hij Die komt in de Naam des Heren. Belijd de Heer, want Hij is goed; in eeuwigheid duurt zijn ontferming.
APOSTEL
Pericoop 247 (Phil 4 : 4-9)
Lezing uit de brief van Paulus aan de Philippenzen,
Broeders, verblijd u altijd in de Heer; ik zeg het opnieuw: Verblijd u. Uw welwillendheid zij alle mensen bekend. De Heer is nabij. Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. Verder, broeders, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat eerbaar is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Wat gij ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.
Alleluja toon 1 (ps. 97)Zing de Heer een nieuw lied, want de Heer heeft wonderen gedaan. Alle einden der aarde aanschouwen het heil van onze God.
EVANGELIE
In de Metten: Mt-pericoop 83-a (Mt 21 : 1-11, 15-17)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Mattheüs,
In die tijd toen Jezus Jeruzalem naderde en in Bethfage bij de Olijfberg gekomen was, zond Hij er twee leerlingen op uit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar voor je ligt, en meteen zullen jullie een ezelin vinden die vastgebonden is, met een veulen. Maak ze los en breng ze bij Mij. En als iemand jullie iets vraagt, moet je zeggen: – De Heer heeft ze nodig – , en hij zal ze meteen meegeven. Dit alles is gebeurd, opdat vervuld zou worden, wat door de profeet gezegd is:
Zeg tegen de dochter Sion: Zie, uw koning is in aantocht, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, het jong van een lastdier.’
En de leerlingen gingen op weg en deden zoals Jezus het hun had opgedragen. Zij brachten de ezelin en het veulen mee, legden hun kleren erop en Hij ging daarop zitten. En het merendeel van de menigte spreidde hun kleren uit op de weg; anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. En de menigte die vooropliep en die volgde, riep: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam des Heren! Hosanna in den hoge!’ En toen Hij Jeruzalem binnenkwam, raakte de hele stad in rep en roer en men zei: ‘Wie is dat?’ En de menigte zei: ‘Dit is Jezus de profeet, uit Nazaret in Galilea’.
Toen de hogepriesters en de schriftgeleerden de wonderen zagen die Hij deed, en de kinderen in de tempel hoorden roepen: ‘Hosanna voor de Zoon van David,’ namen zij dat Hem zeer kwalijk en zeiden tegen Hem: ‘Hoort U wel wat ze zeggen?’ Jezus zei tegen hen: ‘Ja zeker! Hebt u dan nooit gelezen: ‘Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U Uw lof bereid?’ En Hij verliet de tempel en ging de stad uit naar Bethanië en overnachtte daar.
In de Liturgie: Jh-pericoop 41-a (Jh 12 : 1-18)
Lezing uit het Heilig Evangelie volgens Johannes,
Zes dagen vóór Pasen kwam Jezus in Bethanië, bij Lazarus die gestorven was maar die Hij uit de dood had opgewekt. Zij richtten daar voor Hem een maaltijd aan. Martha bediende en Lazarus was één van hen die met Hem aan tafel aanlagen. En Maria nam een pond zuivere, kostbare nardusmirre, zalfde de voeten van Jezus en droogde Zijn voeten af met haar haren. En het hele huis werd vervuld met de geur van de zalfolie. Toen zei één van Zijn leerlingen, Judas, de zoon van Simon, Iskariot, die Hem verraden zou: ‘Waarom is die zalfolie niet voor driehonderd denariën verkocht en aan de armen gegeven?’ Maar dit zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en nam de inkomsten weg. Maar Jezus zei: ‘Laat haar begaan, want zij heeft dit met het oog op de dag van Mijn begrafenis bewaard. De armen zijn altijd bij jullie, maar Mij hebben jullie niet altijd.’ Een grote menigte van de Joden kwam te weten dat Hij daar was, en zij kwamen daarheen niet alleen vanwege Jezus maar ook om Lazarus te zien, die Hij uit de dood had opgewekt. En de hogepriesters beraadslaagden met elkaar om ook Lazarus te doden, omdat hij er de oorzaak van was dat veel van de Joden overliepen en in Jezus geloofden. De volgende dag, toen de grote menigte die voor het feest gekomen was, hoorde dat Jezus op weg was naar Jeruzalem, namen zij takken van de palmbomen, gingen Hem tegemoet en riepen: ‘Hosanna! Gezegend Hij Die komt in de Naam des Heren, de Koning van Israël!’ En Jezus vond een jonge ezel en ging er op zitten, zoals geschreven staat: ‘Vrees niet, dochter Sion! Zie, uw Koning komt, gezeten op het veulen van een ezelin.’
Dit begrepen Zijn leerlingen aanvankelijk niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, herinnerden zij zich dat dit over Hem geschreven stond en dat zij dit met Hem gedaan hadden. De menigte dan die bij Hem was geweest toen Hij Lazarus uit het graf riep en uit de dood opgewekte, getuigde hiervan. Daarom ging de menigte Hem ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat Hij dit teken had gedaan.